Wat Waar Wanneer in de wereld is een boek vol boeiende informatie over de wereldgeschiedenis. Er komen heel verschillende zaken aan bod: de grote beschavingen, veroveringen en oorlog, ontdekkingen, uitvindingen, verbindingsroutes en transportmiddelen.
Het boek gaat niet alleen over Europa, ook het verre Oosten, Zuid-Amerika, Afrika en Australië krijgen een plaats in de grote geschiedenis. Het boek is opgedeeld in vier grote perioden: De antieke wereld, de middeleeuwen, de moderne tijd en de 20ste en 21ste eeuw. Elke periode begint met een overzicht in de vorm van een slang. Daarop worden de belangrijkste begrippen en gebeurtenissen vastgeprikt. Daarna wordt telkens op een dubbele pagina een bepaald facet uitgewerkt. Daarop krijg je telkens de wereldkaart of de kaart van het betrokken Rijk of gebied te zien met figuurtjes en foto’s. Bijkomende informatie vind je in korte tekstblokjes en tabellen. De pagina’s zijn druk maar goed geordend.
Het boek begint met de vraag waar de eerste mensen vandaan komen en hoe ze zich van uit Afrika verspreid hebben. Daarna volgt de IJstijd. Op de kaart kan je zien tot waar het ijs de aarde bedekte. Wist je dat Engeland toen gewoon vastzat aan de rest van Europa? Op andere kaarten kan je zien waar er grottekeningen en megalieten te vinden zijn of welk soort schrift de mensen gebruikten.
Natuurlijk vind je ook info over de grote beschavingen: Egypte, Perzië, China, de Mayacultuur, Griekenland en het Romeinse Rijk. Grote veldheren of leiders zoals Alexander de Grote, Hannibal en Caesar worden voorgesteld. Aan het einde komen de wereldwonderen uit de Oudheid aan bod. De Piramides, de Akropolis en de Hagia Sophia kunnen we nog steeds bewonderen, terwijl andere zoals de Kolossus van Rhodos verdwenen zijn. Dit deel eindigt met uitvindingen uit de Oudheid die tot op vandaag belangrijk zijn zoals inkt (China), munten en glas (Mesopotamië/ Irak).
Het deel over de middeleeuwen (500 tot ca. 1500 na C.) spreekt tot de verbeelding. Het is de tijd van de Vikingen, de ridders en de kruistochten. Op de kaarten worden hun tochten en veroveringen uitgestippeld. In die tijd komt ook de pest uit het Midden-Oosten naar Europa via Sicilië en Genua en verder over Spanje en Frankrijk naar Engeland. Grote en kleine ratten geven aan hoe de ziekte zich verspreidt en waar zich belangrijke pesthaarden bevonden. Bij kastelen leren we dat ook in andere werelddelen grote burchten en forten gebouwd werden: het ‘Krak des chevaliers’ bijvoorbeeld in Syrië. Maar wist je dat tijdens de middeleeuwen het leven in Afrika al behoorlijk goed georganiseerd was? Mali, Ghana en het Ethiopische Rijk waren in de middeleeuwen een koninkrijk. Topt op vandaag zijn er middeleeuwse uitvindingen die nog steeds nuttig zijn: het buskruit (850, China), de ploeg (650, Noord-Europa), papiergeld (ca. 900, China) en de bril (1286, Pisa).
De Moderne Tijd, begint met de grote ontdekkingsreizen van Columbus (1492), Vasco da Gama (1497-98) en Magellaan (1519-1521). Zij openden nieuwe horizonten, nieuwe routes en markten waarlangs goederen, fruit en groenten, dieren maar ook ziektes zoals pokken en malaria zich verspreidden. In die periode werd ook de basis gelegd van grote koloniale rijken. Dat gebeurde niet altijd even vreedzaam.
Op de kaart van koloniaal Amerika zien we hoe de Fransen en de Britten Amerika verdeelden, maar niet voor lang want de Amerikaanse staten bevochten hun vrijheid in de Onafhankelijkheidsoorlog (1775-1781). Anderen verloren hun vrijheid. 12 miljoen slaven uit Afrika werden naar Cuba, Jamaica, de Caribische eilanden en Zuid-Amerika verscheep. Britse gevangen werden verbannen naar Australië waar ze in strafkolonies ondergebracht werden. In Europa zorgde Napoleon voor onrust en oorlog. In die tijd stonden wetenschap en techniek niet stil. Darwin reisde met zijn boot om bewijzen te zoeken voor zijn evolutieleer en de moderne tijd gaf ons onder meer de piano (1709), de stoomlocomotief (1804) en de telefoon (1876).
Het deel over de twintigste en eenentwintigste eeuw is korter. Op de drempel van de eeuw veroverden ontdekkingsreizigers de Zuidpool. Oorlogen (Eerste en Tweede Wereldoorlog, Koude Oorlog) en revoluties bepalen nog steeds de geschiedenis. In Rusland komen de communisten na de Russische Revolutie (1917) aan de macht. Even later maakt Mao Zedong met het Rode Leger een mars van 10.000 km (1935) dwars door China om zijn land een andere toekomst te geven. Mahatma Ghandi zet zich in voor de onafhankelijkheid van India (1947). Dit deel eindigt met informatie over de grote uitvindingen in de lucht- en ruimtevaart. In 1969 zet de eerste mens zijn voet op de maan.