Wat niet in de safarigids van je ouders staat

Onze recensie

Voor wie is deze safarigids bestemd? In de inleiding lezen we: voor de (weinige) kinderen die het geluk hebben op safari te mogen in zuidelijk Afrika. Maar ook voor de kinderen die zouden willen op safari gaan, voor de kinderen die in hun hoofd op safari gaan en voor de jeugdige lezer die dol is op wilde dieren. Zonder twijfel een groot lezerspubliek dus dat het tot nu toe moest stellen met gidsen die op maat van de volwassene werden geschreven.

Wat niet in de safarigids van je ouders staat voorziet dus in een leemte en Joukje Akveld komt hier zeer beslagen uit de hoek.  Met een bezoek aan meer dan 60 Afrikaanse wildparken op de teller kan ze spreken met gezag. Bovendien heeft ze als jeugdschrijfster haar sporen al verdiend  met ‘Een aap op de wc’ (nominatie Woutertje Pieterse Prijs) en ‘Wij waren hier eerst’ (bekroning Zilveren Griffel).

In een aanstekelijk en grappig proza biedt deze gids een ongehoorde massa feiten waarbij je van de ene verbazing in de andere valt.  Voor de wetenschappelijke exactheid staan de specialisten garant die de auteur raadpleegde en de gedegen literatuurlijst.  Een 130-tal diersoorten worden behandeld, achteraan in het boek alfabetisch opgesomd in het Nederlands met de Engelse vertaling erbij (Engels is de zowat de voertaal van safaritochten).

Wat niet in de safarigids van je ouders staat is niet louter een ode aan het esthetisch genot dat een safari ongetwijfeld biedt. De auteur laat regelmatig niet na te wijzen op de harde wetten van eten en gegeten worden. Ze waarschuwt ook voor te hoog gespannen verwachtingen: de dieren presenteren zich tijdens een safaritocht niet als in de dierentuin. De 5 G’s (Geduld, Geluk  en een Goed Getrainde Gids) zijn hier onontbeerlijk. Bovendien is er de TIA-factor, of: ‘This is Africa’. Dat staat voor alle eigenaardigheden en ongemakken die om de hoek komen kijken als je je op safari waagt: stroompannes, een kakkerlak in je kleren, een schorpioen ‘s morgens in je schoenen. Het boek biedt wel meer zulke beklijvende geheugensteuntjes: Naast de 5 G’s: de Big Five uiteraard (olifant, leeuw, luipaard, neushoorn en buffel) ook de Little Five, de Sad Five (dieren waarvan de aantallen dramatisch achteruit gaan), de Shy Five, de Big Six Birds, de Creepy Five, de Ugly Five… Het mag duidelijk zijn dat deze gids geen wetenschappelijke indeling biedt maar een hoogst eigenzinnige presentatie van de spectaculaire dierenwereld van zuidelijk Afrika.

Ook een kritische noot ontbreekt niet: tussen de primaten wordt de soort ‘mens’ opgevoerd, met slecht ontwikkelde zintuigen die ‘vals speelt met auto’s en geweren’ en verantwoordelijk is voor de met uitsterven bedreigde diersoorten.

Het boek is rijkelijk voorzien van fotomateriaal, voornamelijk afkomstig van Ariadne Van Zandbergen, een Belgische natuurfotografe. Het geheel heeft iets van een glossy reisfolder, mede door de onderschriften, vervat in een kofferlabel.

Dirk Tavernier

 

Nieuw

Thema's

Leeftijd

Auteur