Een jongetje komt te laat op school. Als de strenge juf hem vraagt hoe dat komt vertelt hij een fantastisch verhaal over reuzenmieren, gekke buren, boze ninja’s , een mollenmeute, een olifantenparade… Bij elke vraag slaat zijn verbeelding verder op hol. Het lijkt wel of hij verzeild raakt in de wereld van Alice, de sprookjes van Grimm, de verhalen van Jules Verne. Moeten we dit nu echt geloven?
Wat me nu toch gebeurde op weg naar school hoort thuis in de leugenverhalen. Het is grappig, fantasierijk en spannend. Wat kan er nogal gebeuren is dan de vraag? De sterke overdrijving zorgt ervoor dat kinderen het relaas als ‘verzonnen’ herkennen. Zo vormt dit boek ook een uitnodiging om samen nog meer nonsensverhalen te verzinnen.