Vuur en vlam

Vuur en vlam

Onze recensie

Een drakenfamilie leeft gelukkig met elkaar. Elke avond spuwen ze samen vuur. Om het verst! Het knettert en het vonkt, het vuurt en het vlamt. Een echt vuurwerk. Vuur en vlam! Wat zijn ze sterk! Maar dan gebeurt er iets vreemds: mama draak slaagt er niet meer in om vuur te spuwen. ‘Er zit iets in je buik’, zegt de drakendokter. ‘Iets kwaads. Het dooft je vuur. Ik geef je iets. Het is vies, maar het helpt. Met wat geluk. Dan sta je weer in vuur en vlam…’

Er volgt een moeilijke periode voor de drakenvrouw, maar ook voor de drakenman en de drakenkinderen. Na de winter lijkt het beter te gaan met de drakenvrouw en ze spuwt alweer een klein vuurtje. Het drakengezin maakt zelfs plannen voor een mooie reis. Maar dan krijgt drakenvrouw het weer moeilijk.

Dit keer zit ‘het kwade’ overal in het lijf van de drakenvrouw. Vuur spuwen kan ze niet meer, maar knuffelen en zoenen wel en dat blijft ze doen met haar drakenkinderen, ook als ze te zwak en moe is voor al de rest. Op een avond zegt de drakenvrouw ‘Ik kan niet meer… Ze geven haar nog een laatste knuffel, nog een allerlaatste zoen. En dan gaat het vuur uit. Helemaal… De drakenvrouw is weg. En toch ook niet, want als de drakenman en zijn kinderen op een zomerse dag buiten vuur spuwen ‘om het mooist’, flitst er hoog in de lucht ‘een vlam door het donker’.

Nieuw

Thema's

Leeftijd

Auteur