Titel en omslagillustratie vormen een hecht geheel: Voor altijd en even, oud en jong, licht en donker … ze horen bij elkaar. Ook de tekeningen van een wassende en krimpende maan op de schutbladen zijn symbolisch. Beide zetten de toon voor het verhaal dat volgt en in woord en beeld vol mysterie steekt, sfeervol weergegeven in getemperde kleuren en sobere bewoordingen. Poëtisch en dromerig, zo zou je de sfeer nog het beste kunnen typeren.
Het verhaal begint meteen open en geheimzinnig doordat je niet weet waar het woordje ‘het’ naar verwijst: ‘Wanneer je goed om je heen kijkt, kun je het haast zien. Het lijkt of je het bijna aan kunt raken.’ De derde zin vraagt wel wat van de lezer door de hoge abstractiegraad: ‘Het mikt zo nauw als schenken zonder morsen of als een schoen die past.’
Ook verder moet je als lezer of luisteraar heel wat zelf aanvullen, waarbij je geprikkeld wordt door de illustraties. In het treinstation bijvoorbeeld zie je hollende en stilstaande mensen die naar het aankondigingsbord kijken, met als tekst: ‘De een denkt er wel aan … De ander niet …’ Ook de volgende combinatie laat veel open: ‘Dat is nog ver, oud zijn en nooit meer zwemmen. Het dreunt als drums.’
Soms lijk je wél te lezen waarover het verhaal gaat, al wordt er meteen een vraag bij gesteld. De illustratie van een kind dat door een raam van een trein kijkt, krijgt volgende tekst mee: ‘Is dit een beetje hoe voor altijd voelt?’
Bij de illustratie die ook op de kaft staat, met grootouders, ouders en kinderen die vissen bij een ondergaande zon, staat een veel opener vraag, die eveneens raakt aan de essentie van het boek: ‘Kunnen we hier niet nog wat langer blijven?’ Zo krijg je altijd maar meer puzzelstukjes aangereikt van het grote raadsel: het raast maar door, glipt door je vingers en je kunt het met niemand ruilen, tot in de slotzin toe: ‘Als ik bij jóú ben, is het altijd goed.’
Op de illustratie zie je twee ouders die een kind voorlezen bij een kleine tent. Een gemakkelijk boek is Voor altijd en even zeker niet, maar wel intrigerend en prikkelend om met volwassenen en kinderen samen te filosoferen over tijd en geluk.
Jan Van Coillie