Stella Grant en Will Newman zijn allebei 17 jaar oud en lijden aan taaislijmziekte of cystic fibrosis (CF), waarvoor ze opgenomen zijn in het ziekenhuis. Maar hier houden de gelijkenissen op, want voor het overige zijn ze twee tegenpolen.
Stella is een vechter en een controlefreak. Zij is voortdurend gefocust op in leven blijven en is obsessief bezig met het maken van to-do-lijstjes, behandelingsschema’s, orde en structuur. Zij draagt een groot verdriet, een pijnlijk schuldgevoel en een loodzwaar verantwoordelijkheidsgevoel met zich mee. Zij is ervan overtuigd dat het enige wat haar ouders overeind houdt, het feit is dat zij in leven blijft. Stella staat op de wachtlijst voor donorlongen en moet dus te allen prijze elke bijkomende infectie of besmetting vermijden.
Will gelooft niet meer in een toekomst, in therapie en medicatie. Hij heeft de hoop opgegeven en wil de strijd tegen zijn ziekte stopzetten. Hij neemt het helemaal niet zo nauw met zijn behandeling en heeft absoluut geen behoefte aan structuur en orde. Binnenkort wordt hij 18 jaar, en dan wil hij enkel nog het ziekenhuis verlaten en iets van de wereld gaan zien. Hij heeft een grote passie en talent voor tekenen. Will heeft een ernstige bijkomende besmetting met de bacterie B Cepacia, en zijn moeder heeft hem al wereldwijd in verschillende ziekenhuizen laten opnemen om hem van deze levensbedreigende besmetting te laten genezen, doch tevergeefs.
Stella en Will ontmoeten mekaar in het ziekenhuis waar ze allebei opgenomen zijn. Ze voelen zich al snel aangetrokken tot mekaar en worden verliefd. Maar ze moeten steeds zes stappen afstand houden van mekaar. Want indien Stella de bacterie van Will zou oplopen, verliest ze haar kans op donorlongen en zou dit haar dood kunnen betekenen. Toch vindt Stella een manier om de afstand van 6 stappen te herleiden tot 5 stappen en om samen met Will op te trekken en in het geniep fijne momenten te beleven. Tot tijdens één van hun uitstappen, op een cruciaal moment voor Stella, het ernstig fout dreigt te lopen.
Dit boek vertelt het aangrijpende verhaal van twee jonge mensen die moeten leven met een ernstige, levensbedreigende ziekte en toch ook gewone jonge, verliefde mensen willen zijn. Het geeft een ingrijpende inkijk in het leven en de strijd van CF patiënten.
De opbouw van het verhaal is boeiend, vanaf het begin. De personages hebben voldoende diepgang, en hun persoonlijkheid evolueert mooi tijdens het verhaal door de interactie tussen de twee tegenpolen, enerzijds de controlefreak Stella en anderzijds de impulsieve Will. Beiden zijn ook vaak bezig met sociale media, app’s, internet, wat aansluit bij de leefwereld van de jonge lezers.
Het verloop van een rouwproces, omgaan met een ernstige ziekte, complexe ouder-kind relaties, prille verliefdheid, het zijn belangwekkende thema’s die in dit boek worden uitgewerkt op een boeiende en soms aangrijpende, maar nooit melige manier. Het boek heeft een open einde, wat het des te realistischer en geloofwaardiger maakt.
De hoofdstukken worden beurteling verteld door Stella en door Will in de ik-vorm. Enerzijds geeft dit de lezer een goede kijk op hoe zij beiden het gebeuren beleven, op hun respectieve gevoelens, hun omgaan met hun ziekte en beperkingen. Anderzijds vraagt het ook wat meer aandacht bij het lezen en het volgen van de tijdlijn.
Aan te bevelen lectuur voor empathische tieners.
Myriam Vanderzeypen