Wat is het dat zoveel mensen aanspreekt in de illustraties van Quentin Gréban? Met Valentijn prijkte Verliefd in de etalages van talloze boekhandels en als je het eenmaal opgemerkt had, werd je ernaartoe gezogen. Is het de gloedvolle kleurbeheersing? Zijn het de doordachte composities die je blik telkens weer richten naar de essentie? Of zijn het de romantische decors en kostuums, die vaak verwijzen naar het einde van de negentiende, begin van de twintigste eeuw? Het is allicht dat alles samen.
De kleuren zijn overwegend zacht, met veel roze en lichtblauw. Die worden afgewisseld met scharlaken rood en fel groen. Maar ook grijze en gele tinten zorgen voor sfeer. De composities richten je blik, maar zijn soms ook spannend omdat ze verhullen, zoals bij de prent van de jonge vrouw die haar jurk dicht ritst. Ze is van achteren geschilderd en haar hoofd zit verborgen achter een gordijn, waardoor je als het ware naar binnen gluurt. En hoeveel emotie roept de prent niet op van de man en de vrouw aan weerszijden van een wand, de man luisterend met een glas tegen de muur, de vrouw met gesloten ogen opgekruld in een fauteuil. Opmerkelijk is ten slotte de diversiteit in de prenten, met personages uit verschillende culturen, jong en oud en ook liefde tussen twee vrouwen.
Net als in de voorganger Mama zijn de teksten van de hand van Hélène Delforge. Ook die zijn heel verscheiden. Enkele zijn uiterst kort, zoals de vraag ‘Hoe kan het dat zo veel liedjes beweren dat gelukkige liefde niet bestaat, terwijl jij er bent?’ Een vraag die door de blik van het Japanse meisje met de bloem indringender wordt. Er is de bespiegeling over de kwetsbaarheid van een relatie bij een gescheurde foto, een brief van een vader aan een dochter en een van een vrouw aan haar geliefde aan het front. Origineel zijn de verschillende interpretaties door twee geliefden van dezelfde brief of de mijmering van een matroos die concludeert dat alle vrouwen uit zijn avonturen hetzelfde gezicht hadden. De laatste tekst bevat een herkenbare opsomming van kleine voorvallen uit het gehuwde leven met kinderen: ‘afgesabbelde knuffels,. Kibbelarijen, jamhandjes tegen mijn rok, een avondlijk verhaaltje over een lieveheersbeestje, eieren in de tuin verstopt …’
De meeste teksten zijn poëtisch, met af en toe verrassende of fascinerende zinnen zoals ‘Acht minuten tederheid, gestolen van een doordeweekse dag’ of ‘Ik hou van de tederheid van het stilzwijgen’. Zo hadden er meer mogen staan in het boek. Sommige teksten hadden er ook bij gewonnen als ze compacter waren geweest, zonder nodeloos opdringerige zinnen zoals in de bespiegeling rond romantische films. Maar toch bevat het geheel meer dan genoeg herkenbare en intrigerende combinaties van woorden en beelden die je aan het dromen zetten. Ik geef er nog eentje als slotakkoord. De zin ‘onze voeten hebben een onderonsje, als vier kleine dieren die elkaar kennen’ komt uit een zinderende tekst bij een prachtige close-up van twee warm ingeduffelde gezichten van een Inuit-koppel. Dit boek is een onvergankelijk boeket voor je geliefde.
Jan Van Coillie