We associëren prentenboeken snel met kleine kinderen. Maar ze bestaan ook voor een volwassen publiek, waarvoor ze artistieke prenten combineren met een poëtische, diepzinnige tekst. Die combinatie onderscheidt ook Uit het kijken kwam het zien. Overigens typeert de titel het wezen van poëzie. Door de poëtische verwoording wordt kijken zien: de dichter kijkt naar de wereld en laat je door bijzondere beelden en combinaties de gewone dingen anders en intenser zien.
Uit het kijken kwam het zien wordt aangekondigd als een boek over afscheid en loslaten. Concreet gaat het over een vrouw die haar man verliest: ‘Hij verdween/ in een rimpeling// In een bed/ van leliebladeren.’ Die beelden suggereren de dood van de man en op de volgende, woordeloze prent zie je een somber kleed dat een lijkkist zou kunnen bedekken, al zou het ook een leeg bed kunnen zijn. Het woord dood valt nergens, waardoor de lezer het verhaal ook kan interpreteren als het verwerkingsproces na een scheiding of een andere vorm van afscheid. In elk geval pasten woorden niet meer, ze ‘waren te groot,/ of te klein./ Woorden/ hadden een voorkant;/ Woorden/ hadden een achterkant.’ Gelukkig ontdekt de vrouw de schoonheid: ‘Uit het kijken/ kwam het zien.// De schoonheid./ De vormen./ De kleuren./ De lijnen.’
Bijna bij elke zin staat een illustratie met daarin ofwel een figuur, in verschillende technieken op papier gezet en vaak in houdingen die haar eenzaamheid beklemtonen, ofwel abstracte vormen die een interieur of huizenblokken weergeven. Ze vormen als het ware een mysterieuze achtergrond waartegen je de poëtische zinnen kunt interpreteren. Uiteindelijk verbleekt zijn gezicht en lijkt de totale leegte te wachten, maar dan zet de vrouw de ramen open en waaien de kleuren binnen, ook op de illustratie. Het slotbeeld lijkt een spiegel van een eerder beeld dat op die manier lijkt voort te leven.
Uit het kijken kwam het zien gaat niet alleen over afscheid en loslaten, maar ook over de kracht van de verwondering en kunst die het mogelijk maken om echt te zien wat wezenlijk is.
Jan Van Coillie