In deze fraai uitgegeven sprookjesbundel vertelt Riet Wille sprookjes na uit Turkije, Marokko en Bulgarije. Het is niet zo duidelijk wat de gemeenschappelijk noemer is voor deze keuze. Mogelijk speelde de migratieachtergrond van potentiële lezers een rol. Meteen kan je dan ook vaststellen dat het boek zijn plaats verdient in het onderwijs voor kinderen met een migratieachtergrond. Voor hen is het beslist leuk te horen dat ook een Achmed, een Mehmet, een Abdoellah of een Azra in sprookjes voorkomen.
Auteur Riet Wille loodst ons door zestien sprookjes met een exotisch tintje waarbij de thema’s wel eens afwijken van wat we bij westerse volksverhalen gewoon zijn. Dat sommige sprookjes dezelfde verhaallijn hebben als bij ons gekende verhalen is een aardige leeservaring (zo lijkt ‘Rommada’ heel erg op ons ‘Assepoester’-verhaal).
Niet alle sprookjes vertonen evenveel spankracht, maar de meeste lezen aangenaam weg met een prettig taalgebruik en een goede opbouw. Naar ons aanvoelen schort er hier en daar iets aan het taalregister. Af en toe struikelden we over een te stijf of formeel woord waar dan een vlotter woord zou passen
Het is hier niet de plaats om opnieuw het debat te openen over geweld en wreedheid in sprookjes. Naar aanleiding van een hedendaags aanvoelen van de sprookjes van Grimm vooral, is hier al veel inkt over gevloeid. Dat zou hier opnieuw kunnen. Er worden aardig wat stokslagen uitgedeeld in deze bundel, al eens een hoofd afgehakt en een jonkvrouw gevierendeeld. De lezer of voorlezer weze gewaarschuwd. Niet elk kind reageert hier goed op en de voorlezer moet goed weten of hij of zij dit wel wil vertellen allemaal.
Het boek is fijn en overvloedig geïllustreerd, zonder dat de illustraties speciaal oosters aandoen. De bladspiegel verdient een speciale toelichting. Gekozen is voor een heldere, schreefloze letter die prettig oogt. Woorden die benadrukt moeten worden zijn vetjes gezet, langere tekstgedeelten die door de personages worden uitgesproken zijn rood afgedrukt, hier en daar staan woorden groter of kleiner in een aparte typografie of positie, zoals Paul van Ostaijen het ooit voordeed. Dit is beslist handig tijdens het voorlezen. Het maakt de bladspiegel wel wat onrustig als je het boek gewoon zelf wil lezen. Duidelijk is dat de auteur die ook dichter en logopediste is, hier veel aandacht aan heeft besteed.
Achteraan is een verklarende woordenlijst opgenomen met vooral begrippen uit de islamitische wereld: couscous, derwisj, hammam, kalief, Mekka, moskee,…
Dirk Tavernier