Seppe denkt: ik ben rijk. Ik heb een kamer en een bed, zeventien knuffels, twee glazen potten met zeewier en schelpen en vijfendertig spannende boeken. Ik heb een vlieger van papier,neen grote vlieger met een lange staart en vrolijke linten in felle kleuren. Maar bovenal heb ik een papa met een baard en een mama die zegt: ‘Ik zal altijd, altijd, altijd van je houden!’