Scherven van de hemel voert de lezer mee naar een Oosters land. Een jongen klopt aan bij het huis van een schilder. Hij wil zijn leerling worden, maar de oude man weigert eerst. Later neemt hij de jongen toch in huis. Hij geeft hem allerlei taken: vegen, koken, het hout glad schuren. Maar lessen krijgt hij niet. De meester-schilder leert de jongen wel met andere ogen naar de wereld te kijken, maar als hij aan een uniek schilderij werkt, stuurt hij hem een week weg.
Van heinde en verre komen bezoekers om het prachtige met goud bewerkte schilderij te zien. Rijke mensen bieden veel geld voor het schilderij. De schilder wil het echter niet verkopen, niet aan de koopman, niet aan de edelvrouw, niet aan de hogepriester, zelfs niet aan de keizer. Sterker, na het bezoek van de maangodin zaagt hij het prachtige schilderij in stukken want ‘volmaaktheid is onverdraaglijk’. De rijke bieders krijgen elk een stuk, ‘een scherf van de hemel’. De oude schilder blijft werken zolang hij kan. Voor hij sterft, roept hij de leerling bij zich. Hij drukt zijn spijt uit omdat hij hem niets kon leren. ‘Alles wat je kunt, heb je jezelf geleerd,’ zegt hij hem. Toch is de jongeman hem dankbaar omdat hij leerling mocht zijn. Hij blijft in het huis van de meester wonen en werkt in het atelier. Vele jaren gaan voorbij. Op een dag klopt een jongen aan zijn deur met de vraag of hij zijn leerling mag worden. De cirkel is rond.