Schatkamer

Onze recensie

De idee achter Schatkamer is sterk, net als de wisselwerking tussen tekst en beeld. De kijker/lezer/luisteraar wordt uitgenodigd om binnen te komen in de kamer van de ik, achter een gordijn als in een circus of liever een schatkamer van herinneringen.

Een plank komt nog van het oude bed van zijn ouders waarin hij geboren is. Op de illustratie is de plank een reusachtige springplank geworden boven het bed met zijn ouders en hun baby in het groen. De fopspeen die zijn tranen kon stoppen hangt vast aan een riem met een gesp als een angstaanjagende muil. De knuffel die het lekkerst ruikt van de hele wereld ligt onder een zwevende pan met pannenkoeken. En dan zijn er nog de bromtol, de vellen van zijn kreeft in bokalen, verlepte narcissen van zijn overleden oma, een ansichtkaart van een tante, een uitgedroogde pier van op kampeervakantie en snoepwikkels. Stuk voor stuk worden die bijzondere voorwerpen op de illustraties uitvergroot zodat ze groter zijn dan de kinderen, zo overweldigend zijn de herinneringen die eraan vasthangen. Op het eind worden ze afgebeeld op ware grootte in de kamer en dan nog eens verkleind in een soort wervelstorm boven een hand.

Het begin van het boek bevreemde me wel: ‘Welkom! Kom binnen, kijk verder! Maar eerst betalen…’ Waarom betalen? Ik weet wel, kinderen ‘spelen’ dit vaak, maar wat doet dit in het verhaal? Al hoef je je niet ongerust te maken, op het einde krijg je je geld terug. Vreemd vond ik ook de keuze voor een ik-verteller in combinatie met de twee kinderen die je ziet op de illustraties. Je wordt uitgenodigd door een witte jongen, maar op alle prenten wordt die vergezeld door een zwart kind. Is dat een broer, een vriendje of een verzonnen vriend? Maar waarom wordt dan niet verteld in de wij-vorm of wordt dat andere kind nergens genoemd. Maar mogelijk nodigt dit extra personages de kijkertjes wel uit om er zelf een invulling aan te geven en als ze er vragen over zouden stellen, is er nog de volwassen voorlezer die kan helpen. De taal in dit prentenboek is helder en tot he point, maar mist wel de beeldende kracht van Big, het bekroonde kinderboek van Mireille Geus.

Ondanks deze bedenkingen spreekt het boek wel aan. Door de interactie tussen teksten en illustraties nodigt het uit om samen te praten over bijzondere voorwerpen en de verhalen die er onlosmakelijk mee verbonden zijn.

Jan Van Coillie

Nieuw

Thema's

Leeftijd

Auteur