‘Ons grote kleed met lekkers erop en wij samen daar omheen. Samen zijn we thuis.’ Normaal gezien verklap ik in een recensie nooit het einde, maar in dit geval maak ik een uitzondering. Deze slotregels riepen bij mij meteen een pijnlijk contrast op met de volgende regels die ik enkele dagen eerder las: ‘Dat alles was thuis./ Dat alles en meer.// Dat alles, dat alles,/ dat alles nooit meer.’ De laatste regels komen uit Mensen met koffers (Sjoerd Kuyper en Annemarie van Haeringen, 2020) en geven indringend het verlies weer van mensen op de vlucht.
Samen zijn we thuis beklemtoont net het gevoel van geborgenheid dat een echte thuis biedt, onafhankelijk van het huis waar je woont. De hoofdfiguur in dit boek is dan ook niet op de vlucht, maar verhuist met haar gezin naar een nieuwe woonst. Het boek begint met een opsomming van wat thuis is: ‘een raam, een voordeur, een kleedje in de gang …’ en verder de knuffel van je mama, de gezelligheid aan tafel (versterkt door de illustratie van een tafel over een dubbele pagina), samen afwassen en ‘scherven vegen’. En er is ook ‘je eenpersoonsbed voor twee’, een regel die de lezer uitnodigt om goed naar de prent te kijken, waar je een hond op het voeteneinde ziet liggen. Jawel, ‘thuis vind je met je ogen dicht de weg’. Die zekerheid valt weg wanneer het gezin verhuist, mooi verbeeld in een lege hal vol dozen. Maar al meteen wordt in de illustratie van het verhuizende gezin in de auto de klemtoon gelegd op gezelligheid. En bij hun nieuwe huis is daar de buurman die hen vriendelijk begroet. De slotprent herneemt het beeld uit de oorspronkelijke titel ‘Home is a window’, gehuld in een warme, oranje gloed. In het hele boek speelt de illustrator met kleuren om wisselende stemmingen weer te geven. Daarbij straalt ook het duister meestal warmte uit. Die kleurenrijkdom steekt overigens ook in de diversiteit van de personages, met ouders met een verschillende huidskleur.
Samen zijn we thuis is een prentenboek dat praten over verhuizen extra kleur en warmte kan geven.
Jan Van Coillie