Als iemand zou vragen om de titel van dit boek te verklaren, zou men kunnen antwoorden dat ‘Rood Weeskind’ verwijst naar een vlinder, die in de loop van het verhaal op de slaapkamer van Thor, het hoofdpersonage, verzeilt raakt. Maar er zit nog veel meer achter. In Thor schuilt ook een weeskind. Hij was namelijk deel van een tweeling, maar zijn tweelingbroer Olmo werd dood geboren.
Een onderwerp waar je omzichtig mee moet omspringen, net als de schrijfster deed met de woorden in het boek. Nergens staat een woord te veel, en elk woord is zorgvuldig uitgezocht. En dat moet ook wel, als je onderwerpen als verlies, dood en verwerking allemaal in korte tijd aan bod wilt laten komen.
Zowel Thor zelf als zijn ouders hebben het trauma rond de geboorte van de tweeling nog niet verwerkt. Ze leven daardoor volledig langs elkaar door. Thor zoekt afleiding in foto’s die hij neemt in de natuur en gesprekken die hij in gedachten met zijn overleden broer voert. Hij legt dingen vast die voorbij zijn, probeert dingen vast te houden die losgelaten zouden moeten worden, en heeft daarbij een fascinatie voor licht, omdat dat nu net nóóit stopt: ‘Alles herhaalde zich. Licht werd geabsorbeerd en weerkaatst, maar verdween nooit helemaal.’
Maar die zomer wordt de lethargie van het gezin doorbroken met de terugkeer van vrienden uit Amerika. Lilith, de jongste dochter van het gezin, bouwt al snel een band op met Thor en zijn ouders. Het ‘rode weeskind’ waarvan sprake in de titel komt ongeveer gelijktijdig met Lilith Thors leven binnengefladderd. Lilith zorgt er eigenlijk voor dat de familieleden uit de cocon breken die ze in de loop der jaren rond zich hebben gesponnen. Zij schudt hen allemaal wakker. Ze keert Thor met haar inzichten helemaal binnenstebuiten, tot hij niet meer weet wat hij ervan moet denken. Daardoor loopt het contact tussen hen die zomer ook moeilijk, wat Lilith op gegeven moment tegen Thor doet uitvliegen. Maar in haar woede reikt ze hem wel de sleutel aan hoe hij verder moet: ‘Thor,’ […] ‘als dat je zo verdrietig maakt, waarom ga je hem dan niet zoeken?’ Haar woorden slaan een bres in de cocon van het verdriet, waardoor Thor eindelijk de kans krijgt om uit te breken.