Het verhaal van Op zee met opa wordt volledig verteld vanuit de ik-persoon, die samen met haar opa en broertje met de roeiboot uitvaart op zee. Ze houdt erg veel van allebei. Maar opa is oud, en ze is bang dat hij binnenkort dood zal gaan. In de boot spelen ze woordspelletjes, halen ze herinneringen op en kijken naar de eilanden. Opa wil vooral graag weten wat er in zijn kleindochter omgaat, maar ze vertelt het hem niet. Wat haar bezig houdt is te moeilijk om over te praten. Wanneer opa moe wordt en wat wil rusten, moet zij de riemen overnemen en zelf roeien. Dan komen ze in guur weer terecht … Op zee met opa gaat over de angst om een geliefde te verliezen, de angst voor afscheid nemen, de angst voor gemis … en over de moeilijkheid om over deze gevoelens te praten.
Van bij de aanvang hangt er over het verhaal een waas van weemoedigheid, van droefheid, wat nog versterkt wordt door de tekeningen. Maar ook een waas van warme genegenheid, bekommerd zijn. De tekst is filosofisch, met veel diepgang, soms zelfs wat bevreemdend. Hoe vaker je de zinnen leest, hoe meer indruk ze maken en hoe meer ze gaan beklijven. Dit is geen eenvoudig boek. Het kan zeker een aanzet geven tot het bespreekbaar maken van gevoelens van angst, maar vraagt – zeker voor jonge en gevoelige kinderen – duiding en kadering door een volwassene. De tekeningen zijn poëtisch, soms feeëriek en surrealistisch, in warme kleuren. Sommige zijn erg kunstzinnig, waardoor ze ook in de smaak kunnen vallen bij tieners en adolescenten. Voor jonge kinderen kunnen ze soms wat beangstigend zijn.
Myriam Vanderzeypen