Er waren eens een kleine beer en een kleine tijger. Ze woonden beneden bij de rivier. Ze hadden een gezellig huis, maar ook een boot. Kleine Beer en kleine Tijger waren de beste vrienden. Op een dag ziet Kleine Beer een kist voorbij drijven. Daarop staat PANAMA. Mmm, de kist ruikt naar bananen.
Kleine Beer verlangt naar de plek waar de heerlijke bananengeur vandaan komt. Samen met zijn beste vriend, Kleine Tijger, trekt hij erop uit. Op reis naar Panama, het land van zijn dromen, waar ze kunnen dansen op hun vriendschap.
‘In Panama,’ zei hij, ‘is alles veel mooier. Panama ruikt van onder tot boven naar bananen. Panama is het land van onze dromen, Tijger. Wij moeten meteen morgen naar Panama, vind je ook niet, Tijger?’ ‘Meteen morgen,’ zei de kleine tijger, ‘want we hoeven nergens bang voor te zijn, hè beer? Maar mijn kleine tijgereend moet ook mee.’ Maar al gauw ontdekken ze tijdens hun trip dat het land van hun dromen en het paradijs veel dichterbij liggen dan ze dachten!