Laurina de Visser is een ervaringsdeskundige als het op verdriet aankomt. In dit boek vertelt ze haar persoonlijk verhaal. Ze is pas achttien als ze kort na elkaar haar vader en moeder aan kanker verliest.
Op dat moment wil Laurina sterk zijn. Ze wil verder studeren en zelfstandig in het leven staan en dat lukt wonderwel. Ze heeft vrienden, vindt een baan maar diep binnenin woekert het verdriet. Langzaam maar zeker haalt het haar in. Op een dag kan ze niet anders dan dat toegeven. Ze kan niet langer vluchten in de drukte. Haar lichaam verzet zich: ze moet rust nemen, gaat in therapie en zoekt uit hoe ze het verdriet en de rouw om wat gebeurde een plaats kan geven. Dat betekent vooreerst het verdriet onder ogen leren zien, er over praten en strategieën ontwikkelen niet om weg te vluchten maar om terug te vechten. Daarbij moeten verstand en emoties op dezelfde golflengte komen. Bang zijn, boos zijn, je schuldig voelen, eenzaam zijn, ze maken deel uit van het rouwproces.
Het is belangrijk om die emoties te herkennen, te benoemen en om erover te praten met een iemand die je vertrouwt. Voor Laurina was op zoek gaan naar wie haar moeder echt was en welk verdriet zij had meegemaakt een belangrijke manier om ook zichzelf beter te begrijpen. Het rouwproces bracht haar ten slotte op het spoor van verdieping, verstilling kortom van spiritualiteit. Het besef dat er iets is wat ons overstijgt, dat er een dragende God is die van ons houdt, zette haar op weg om opnieuw aan de toekomst te bouwen. Vertrouwen en verlangen kregen stapvoets een plaats. Ook de steun van lotgenoten was in het verwerkingsproces heel belangrijk. Stap voor stap leerde ik dat het leven gevierd mocht worden, maar dat vieren ook rustiger kon. rustiger dan ik gewend was? Gematigder. Niet zo extreem vol, niet zo uitbundig overal aanwezig zijn, maar telkens mijn eigen grenzen in de gaten houden. Niet mezelf verliezend, maar constant met mezelf in beeld. (96)
Het boek biedt inzicht in wat het betekent om een dierbare persoon te verliezen en toont hoe sterk die ervaring in je leven ingrijpt. Laurina plaatst deze indringende persoonlijke ervaring op een heldere manier in een theoretisch kader. Aan de hand van kernwoorden beschrijft ze de ontkenningsfase en later de overlevingsstrategieën die ze ontwikkelde. De schilderijen waarin Laurina op zoek ging naar haar diepere zelf spreken een eigen symbolische taal, net zoals het kortverhaal waarmee ze begint en de stukjes poëzie.
Het verhaal van Laurina geeft ook goed aan dat na een periode van diepe crisis en pijn de weg naar de toekomst weer open ligt. In het hoofdstukje ‘hoe het verder gaat’ tekent ze op een realistische wijze haar toekomstperspectief uit. Ik ga weer terug voor de klas. Ik mag weer gaan zorgen voor de kinderen die onder schooltijd even van mij zijn. Ik ga door met schilderen. Ik ga verder met mijn studie toegepaste psychologie. Ik droom verder om straks met mijn levenservaring aan de slag te mogen in de rouwwereld. (104-5)
Het ontroerende verhaal van Laurina grijpt je als lezer onmiddellijk aan. Het klinkt zo authentiek, zo direct, zo herkenbaar. Er zijn wel meer boeken voor jongeren die het onderwerp dood en rouwverwerking aanbrengen. Niets aan de hand toch? Leren leven met verlies behoort tot het beste wat ik over dit onderwerp gelezen heb. Het verhaal van Laurina biedt jonge mensen veel aanknopingspunten en nodigt uit tot reflectie en creativiteit. Het verhaal van Laurina kan ook verhelderend zijn voor familieleden, vrienden en hulpverleners. Het moedigt hen aan om begrip en empathie op te brengen voor jongeren die met verlies geconfronteerd worden.
Rita Ghesquière