Ooit dreigde de wereld ten onder te gaan aan Crisis en Chaos. Beheerst door de techniek, stortte de samenleving in elkaar. Toen greep een groep mensen in en schiep een nieuwe orde, beregeld door de Afspraken. Een van de belangrijkste regels houdt in dat kennis en techniek verboden zijn. Wie kennis doorgeeft, wordt gruwelijk gestraft: hun geheugen wordt gewist. Wanneer twee dorpelingen dat wrede lot ondergaan, slaat Abe met vier anderen jongeren op de vlucht. Aanvankelijk reizen ze los van elkaar, maar noodgedwongen gaan ze een groep vormen. Ze gaan op zoek naar Vrijburg, waar kennis nog vrij is. Tijdens hun tocht worden ze achtervolgd door de meedogenloze Rechter, zijn twee handlangers en de rivaal van Abe, die koste wat het kost rechter wil worden.
Weber hanteert een soepele vertelstijl die hij fraai afwisselt met een meer gedragen stijl in de oude verhalen die worden overgeleverd. Soms schrijft hij heel filmisch: in zijn beschrijving zie je bijvoorbeeld hoe Abe uitglijdt en valt. Sterk zijn ook de bladzijden waarin de gevluchte jongeren onbekende voorwerpen beschrijven in het land achter de Muur. De lezer wordt geprikkeld om de voor hem of haar heel vertrouwde zaken als televisie of koelkast met andere ogen te zien. Af en toe weet Weber door pregnante vragen ook een intense spanning op te roepen, maar over het hele verhaal gebeurt dat te weinig, waardoor het op de duur gaat slepen. Komt daarbij dat de personages te weinig innerlijke spanning bevatten.
Elk van de vijf jongeren heeft een eigen persoonlijkheid, maar die blijven mager uitgewerkt, waardoor je je als lezer ook weinig aangesproken voelt om je in te leven. Ook een belangrijk nevenpersonage als Ursula blijft te veel een schim. Zij vangt de jongeren op in het land in het Zuiden, achter de Muur. Jammer genoeg zakt het verhaal daar als een kaartenhuisje in elkaar. De jongeren worden er overstelpt met kennis en techniek en hoewel ze er vrij zijn, besluiten ze al snel terug te keren naar hun oude land, ook al wacht hun daar allicht een gruwelijk lot. Die ommekeer wordt te weinig gemotiveerd, waardoor de lezer verdwaasd achterblijft en de indruk alleen maar versterkt wordt dat de personages van papier zijn. Misschien is dit slot een aanzet voor een vervolg, maar dan nog wordt het te snel afgehaspeld.
Ongetwijfeld doet Naar de rand van de wereld nadenken over onze maatschappij, de rol van de techniek en voor- en nadelen van kennis en macht. Maar die interessante kern verdiende een beter uitgebalanceerd verhaal met sterkere personages.
Jan Van Coillie