Zoals al zijn soortgenootjes ziet Mol niet zo goed. Daardoor zag hij ook nog nooit de zon opkomen. Op een ochtend neemt zijn vriend Muis hem mee. Samen met Eekhoorn, Konijn en Mus gaan ze op een mooi plekje de zonsopgang bewonderen. En ook al kan Mol de zon niet zién opkomen, hij voelt, proeft en hoort de warme stralen. Want zijn vrienden vertellen hem beeldend wat ze zien en ervaren.
Eerst lijkt de zon op de zachte dooier van een gebakken eitje. Sissend en bruisend in het meer als bij het ontbijt in de pan. Dan worden de ontwakende natuur en de wolkenlucht frambozenijs met bosbessen en vanillesaus. De zon groeit en wordt een gouden, glanzende knop, die donderwolken kan doen smelten en ze licht en pluizig kan maken als donzige veren. Nu schijnt de zon volop. En het is nog mooier dan Mol zich ooit had voorgesteld!