Op een winterdag vindt meneer Kat onder een groen blad een piepklein meisje. Hij neemt haar mee naar zijn huis en meteen verandert zijn leven. Nu heeft hij immers iemand om voor te zorgen. Het is wel wennen aan de drukte, maar al snel kan hij haar niet mee missen. Ze brengt letterlijk kleur in zijn leven: waar ze gaat, ontluiken gele bloemen. Ze inspireert hem ook, ze maken samen tekeningen. Uiteindelijk valt het meisje steeds vaker in slaap en op een dag is ze verdwenen. Eerst is er paniek bij meneer Kat, maar uiteindelijk toch ook hoop. Het verhaal in dit boek is eerder mager en de tekst is erg beschrijvend, waardoor die niet echt tot leven komt. De overgang in het verhaal van verdriet naar inspiratie valt bruusk, wat voor jonge kinderen verwarrend kan zijn. Het zijn vooral de illustraties die het boek de moeite waard maken. Ook al wordt meneer Kat vermenselijkt, toch is hij een en al kat. Dat voel je meteen als je in zijn ogen op de kaft kijkt. De illustrator slaagt er ook heel knap in om de warme band tussen kat en meisje weer te geven. Indrukwekkend is de prent waarop het meisje bovenop de kop van meneer Kat op de muur tekent of die waarop zij op zijn bed ligt terwijl hij voorleest. Je hoeft geen kattenliefhebber te zijn om bij dit boek weg te dromen. Jan Van Coillie
Yoeri Slegers
De Eenhoorn
2018