Lilly en Max in de wereld van oma

Lily en Max in de wereld van oma

Onze recensie

Hoe verwerk je dementie in een boek voor jonge kinderen? Kathleen Aerts koos ervoor dat te doen met behulp van een magische truc. Als Max en Lilly na alweer een frustrerend bezoek aan hun oma een tentenkamp bouwen, worden ze plots meegesleurd in een donkere draaikolk die hen brengt naar ‘de wereld van oma’, een soort luilekkerland waar pannenkoeken (oma’s lievelingseten) aan de bomen groeien, speelkaarten door de lucht zweven en het bomen als zuurstokken groeien in een ‘wollig, vers gebreid landschap’. In die wereld is ze oma weer zoals ze vroeger was: vrolijk en levenslustig. Als ze samen zingen, gaan ze letterlijk zweven van geluk aan gekleurde ballonnen. Die voeren hen mee naar oma’s kindertijd, toen opa nog een verlegen, verliefde jongen was. Natuurlijk moeten Max en Lilly terug uit hun droom. Maar nu is er toch iets meer begrip voor wat er met oma aan de hand is en vooral kennen ze nu beter de kracht van het zingen, wat voor een happy end zorgt. Kinderboeken die dementie bespreekbaar maken zijn belangrijk. In dit boek voel je vooral de warmte tussen kleinkinderen en oma, een warmte die door de fantasiereis de groeiende frustratie verdringt. De boodschap achter het verhaal loont beslist de moeite om aan kinderen mee te geven. Het boek was wel gebaat geweest bij een steviger redactie. De taal is vaak even wollig als het landschap in oma’s wereld, met gevoelens die nodeloos expliciet verwoord worden: ‘”Dat zou geweldig zijn,” lacht hij vrolijk’ of ‘”Een pannenkoekenboom?” stamelt Max verbaasd?’ Veel dialogen klinken onnatuurlijk, zeker in de mond van kinderen: ‘We moeten alleen nog een geheime tunnelgang bouwen van jouw tentenhuisje naar dat van mij. Dan hebben we altijd een ontsnappingsroute voor als er indringers komen.’ Beschrijvingen zijn soms nodeloos abstract of gezocht: ‘Maar Max deelt haar ernst niet.’ Of ‘Ook zij kan in de duisternis die hen omringt niets ontwaren.’

De tekst is ook lastig om lezen door de lange regels en de soms weinig contrasterende letter.

In de illustraties van Jeroen Ceulebrouck vallen vooral het kleurengebruik en de composities op. De warme kleuren versterken de gezelligheid in het tentenkamp en in oma’s wereld. Ze contrasteren goed met het donker in de beangstigende tunnel. De composities zijn vaak wervelend. In oma’s wereld wordt je blik via dieren, kaarten en lichtstralen als het ware naar de bank gezogen waarop oma en de kinderen zitten. Minder geslaagd is de mimiek van de personages, waardoor de gezichten te vaak van papier blijven. Een zinvol verhaal over een problematiek waar steeds meer kleinkinderen mee geconfronteerd worden, al mocht er voor mij niet alleen minder suiker op de pannenkoeken maar ook op het verhaal en vooral op de taal.

Nieuw

Thema's

Leeftijd

Auteur