‘Een bijzondere blik op het verleden’, dat staat in het rood op de kaft van het boek en dat mag je letterlijk nemen. Dank zij de indrukwekkende computerbeelden en de originele opzet, krijg je als kijker en lezer inderdaad een bijzondere blik op de geschiedenis.
De geschiedenis wordt opgesplitst in vijf delen: de oude wereld, de middeleeuwse wereld, de tijd van de ontdekkingen, de eeuw van de revoluties en de moderne wereld. Elk deel opent met een overzichtelijke, geïllustreerde tijdlijn met de belangrijkste gebeurtenissen in de verschillende werelddelen. Daarna volgen hoofdstukken, gewijd aan de voornaamste culturen en rijken, maar ook aan cultuurstromingen, religies, oorlogen en uitvindingen die de loop van de geschiedenis beïnvloedden of veranderden. Elk hoofdstuk wordt gevuld met korte, heldere én verhelderende tekstblokjes en prachtige foto’s en tekeningen. Voor dat indrukwekkende beeldmateriaal staat Dorling Kindersley, de oorspronkelijke Britse uitgever, garant.
De oude wereld begint met ‘onze voorouders’, vanaf de vondsten van voorlopers van de mens die leefde in Afrika zo’n 7 miljoen jaar geleden tot de homo sapiens (300.000 jaar geleden). Natuurlijk krijgt het oude Egypte ruime aandacht, met een historisch overzicht van de belangrijkste farao’s en bouwwerken en aparte pagina’s over de godsdienst en het dagelijkse leven. Ook het oude Griekenland en Rome zijn goed vertegenwoordigd. Maar voor veel lezers zullen vooral de stukken over de Germaanse volkeren, de Feniciërs en de steppevolkeren, de Kelten, de Perzen, het oude India en China de ogen openen voor nieuwe aspecten van de wereldgeschiedenis. Daarbij komt de geschiedenis echt tot leven in de indrukwekkende afbeeldingen, zoals de doorsnede van de tempel van Aboe Simbel of de reconstructie van de audiëntiehal van Darius I in het Perzische Persepolis.
Zo bevat elk deel een boeiende mix van informatie over de Europese geschiedenis behorend tot ons collectief westers geheugen, en informatie uit andere werelddelen, vaak vanuit onvermoede perspectieven. Zo begint het deel over de middeleeuwse wereld met een hoofdstuk over de macht van de Kerk om over te gaan naar het Byzantijnse rijk, gevolgd door het middeleeuwse Japan en de vroege islamitische wereld. Behalve over de Kruistochten en de Vikingen krijg je verder nog informatie over het Khmerrijk, de Afrikaanse koninkrijken en de Polynesische expansie.
De periode 14e – 17e eeuw wordt benaderd als de tijd van de ontdekkingen, een boeiende invalshoek. Beginpunt is de renaissance, die in Europa voor een omwenteling zorgde op vele gebieden. Ontdekkingen veranderden de wereld, van de drukpers tot de copernicaanse revolutie. Maar het was ook de tijd van het Mogolrijk, de Atlantische slavenhandel en de absolute vorsten.
Vanaf het midden van de achttiende eeuw belanden we in de eeuw van de revoluties, zowel op het domein van de techniek (stoomkracht, geneeskunde, vliegtuigen …) als op dat van de ideeën (beginnend met de onafhankelijkheidsstrijd in Noord en Zuid-Amerika). Over Leopold II in Congo is het oordeel niet mals: ‘Hij was een wrede heerser en verantwoordelijk voor miljoenen doden. Hij haalde uit het land zoveel hij kon, waaronder erg veel ivoor.’
In het deel over de moderne wereld vind je onder meer hoofdstukken over de wereldoorlogen, de ‘golden age of cinema’, de Vietnamoorlog, de burgerrechtenbeweging van de Afro-Amerikanen, het conflict in het Midden-Oosten, het postkoloniale Afrika en het moderne Azië. Het deel eindigt met ‘een groenere toekomst’ , die meteen concreet wordt gemaakt in een illustratie van een ecovriendelijk huis.
Het boek sluit af met een verklarende woordenlijst en een register die een betere redactie hadden verdiend. De eerste lijst is een vreemd allegaartje, met woorden als aandelenbeurs, boer, farao, hoogverraad, verkenning en Zuidelijk Afrika. Ook in het register vind je vreemde eenden als ‘tongbeen’ of ‘verdoving’. Bij het trefwoord ‘ontdekkingsreizen’ ontbreekt dan weer een verwijzing naar Leif Erikson (de Viking die Amerika ‘ontdekte’).
De hele wereldgeschiedenis samenballen in 200 pagina’s is een huzarenstuk. Natuurlijk kun je bedenkingen maken bij de selectie: zo moeten de veroveringen van de Hunnen (Attila) het stellen met een voetnoot, krijgt het immense Mongoolse rijk relatief weinig aandacht (zonder overzichtskaart), lees je niets over het wereldrijk van Karel V, vind je niets over de impact van televisie en grammofoon (die toch ook de wereld veranderden en bovendien afgebeeld staan op de kaft) enzovoort. Maar dat doet niets af van het feit dat je, lezend en kijkend in dit boek, een bijzonder boeiend en verhelderend overzicht krijgt van de wereldgeschiedenis en dat in een erg behapbare vorm. Het beeld van de schatkist op de kaft is dan ook zonder meer passend.
Jan Van Coillie