Rani wil graag meer weten over haar geboorteland India. Ze gaat op zoek naar haar roots en ontdekt dat haar biologische moeder is overleden, maar dat ze nog twee broers heeft in India. Samen met haar adoptieouders reist ze naar haar geboorteland om hen op te zoeken. Rani is erg aangedaan door de armoede van haar familie en de ongelijke strijd en rechten van het volk waar het kastensysteem diepe sporen nalaat.
Rani leert de Indische cultuur van binnenuit kennen door samen te leven met het gezin van haar broer. Ze komt meer en meer in contact met haar verleden, haar wortels en de persoon die ze geworden is. Net als in het heden is niet alles uit het verleden even kleurrijk en mooi als de Indische cultuur op het eerste gezicht lijkt. Rani is erg onder de indruk van wat ze ziet, hoort en voelt. Ze leert telkens haar grenzen te verleggen, denkt diep na over wat zij en de mensen rondom haar meemaken, en voelt zich sterk geroepen om de Indiërs te helpen en de discriminatie tegen te gaan.