Een jongen tracht uit zijn grauwe leven te ontsnappen door kleurrijke tekeningen te maken. Hij houdt niet van school, maar de moeilijke letters en cijfers worden in zijn verbeelding omringd door kleurrijke dieren. Op een dag krijgt hij van een vriend een grote doos vol kleurpotloden. Vanaf dan kent zijn kleurrijke fantasie geen grenzen meer.
In dit boek word je uitgedaagd om je fantasie de vrije loop te laten. Tekst vind je hier niet. Alles wordt verteld met prenten in een soort stripverhaal. Wie het boek inkijkt, mag zelf het verhaal verzinnen.
De tekeningen zijn vaak blad vullend, maar staan ook soms in aparte strip – kadertjes. Steeds is er een duidelijk contrast tussen het grauwe alledaagse en de kleurrijke werkelijkheid die de jongen bedenkt.
Het boek gaat niet rechtstreeks over dyslexie. Toch legt de auteur een link hiermee door de opdracht aan het begin van het boek. Ze draagt het boek op aan haar dyslectische zoon Matt. Dyslexie moet niet als gebrek worden aanzien, maar eerder als talent. Je hebt niet echt geschreven woorden en zinnen nodig om toch een fijn verhaal te vertellen.
Dit woordeloze prentenboek is een ode aan de fantasie. Is de dagelijkse werkelijkheid wat grauw of moeilijk, dan kan je verbeelding helpen om alles meer kleur te geven.
Lut Vanderaspoilden