Het lijkt onmogelijk plotseling in een dier te veranderen, maar het overkomt Kasper regelmatig. Kasper is een jongen van negen, die zich enorm zorgen maakt om de gezondheid van zijn oudere broer, die in het ziekenhuis verblijft en een belangrijke scan moet ondergaan.

Als Kasper daar op zijn kamer over zit te piekeren, gebeurt het onvoorstelbare: hij verandert in een spin. Dat is niet zonder gevaar, want zijn kat is dol op spinnen. Vanaf dan gebeuren er rare dingen met Kasper, hij verandert op de gekste momenten in een dier, zo wordt hij opeens een neushoorn, een duif of een slang. Samen met zijn vrienden Samir, Hogan en Flora wil hij onderzoeken hoe dat kan, en hoe ze de gedaanteverwisselingen kunnen stoppen, want Kasper doet binnen enkele weken mee aan een schoolmusical en dan veranderen op het podium zou rampzalig zijn. Heeft het misschien iets met angst te maken?

Kasper wordt een kip spreekt vooral aan door de humor, waar kinderen zeker van zullen genieten. Toch is het centrale thema ernstig: Kasper wordt immers ontredderd door de ziekte van zijn broer. Gelukkig vindt hij steun bij zijn vrienden, ook vriendschap is een belangrijk thema. De taal is heel eenvoudig, waardoor het boek vlot leest. De verschillende lettertypes en tekeningen maken het tot een aantrekkelijk geheel. Als je het boek leest, vind je nergens de kip terug, maar dat wordt door de uitgever achter in het boek op een heel leuke wijze uitgelegd.

Magela Thielemans