Kapitein Onderbroek en de revanche van de radioactieve robo-boxers

Onze recensie

Dit is het tiende boek over Kapitein Onderbroek. Hoewel ik zelf als kritische, volwassen lezer geen fan ben van dit soort boeken, zijn tal van jonge lezers dat wél. En daar hebben ze verschillende redenen voor.

De eerste reden staat bovenaan de cover: ‘volledig in kleur’. Ik moest meteen denken aan de Geronimo Stilton reeks, ook in flashy kleuren en met meer prenten (in populaire stripstijl) dan tekst, al valt dit hier nog mee, met relatief veel tekst voor het genre.

De tweede en derde reden steken in de titel: Kapitein Onderbroek en de revanche van de radioactieve robo-boxers. ‘Onderbroekenhumor’ is de laatste tijd bijzonder populair in kinderboeken. Dat geldt ook voor kak-en-pies-humor, die ook in dit boek steekt in de naam van de slechterik: Piepie Plaspantalon’, alias ‘professor Poepiebroek’ en in de tijdmachines ‘de plaspauzeplanner’ en ‘de paarse plee’. Het tweede deel van de titel speelt in op een andere populaire rage: weetjes over (moderne) techniek, in dit geval robots en radioactiviteit en in het boek ook tijdmachines.

Op de achterkant wordt ostentatief een vierde reden gegeven, de extra snufjes die welig tieren in het genre, hier de ‘omsla-no-scoop!’, aangekondigd als ‘De wereldberoemde waar-voor-je-geld-animatietechniek voor nóg meer actie.’ Die actie is de vijfde reden waarom dit soort boeken zo populair is bij jonge lezers vanaf zo’n jaar of negen: ze brengen heel veel actie, flitsende actie zoals in games en tekenfilms. Het verhaal (dat er nauwelijks een is, je kunt met gemak hele stukken overslaan) springt voortdurend van de hak op de tak, wat hier heel makkelijk is door de tijdmachines waarmee je heen en weer door de tijd kunt reizen en door de trucs waarmee meneer Krupp in de superman Kapitein Onderbroek verandert of weer gewoon wordt (knippen met de vingers of water over zijn hoofd).

Ten zesde spreekt de absurde humor veel jonge lezers aan (net als in de Loser of Boomhutten reeksen). In dit boek krijg je onder meer knettergekke verklaringen voor het uitsterven van de dinosauriërs, de eerste grottekening en eerste strip, het begin van de ijstijd en de oerknal. En het boek barst van de absurde situaties zoals de volgende: ‘”Lieverd …” zei een moeder die de tafel aan het dekken was. “Er lopen twee kleine broekjes door onze huzarensalade!”/ “O, echt?” zei haar zoon. “En dan ben ik degene die naar therapie moet?”’

Ten slotte valt ook de radicale solidariteit met het kind in de smaak bij veel jonge lezers. Geregeld worden in het boek kinderen tegenover volwassenen geplaatst. Bijvoorbeeld: ‘Is het je al eens opgevallen dat volwassenen het haten als kinderen lol hebben?’ Volgt een uitleg van drie pagina’s. Op het einde van het boek beloven Sjors en Harold zich voortaan als verantwoordelijke volwassenen te gedragen, maar die belofte laten ze al snel weer varen.

Misschien is de ‘poep’-simpele taal ook wel een van de redenen waarom vooral kinderen die niet zo graag lezen voor deze reeks vallen. Simpel is die taal meestal wel, maar ook allesbehalve literair. Ze wordt opgeklopt met talrijke versterkers als ‘mega’, ‘échté, ‘ongelooflijk’ of ‘giga’, richt zich vaak direct tot de lezers met uitroepen als ‘onthoud dat’ en bevat vooral onbeholpen formuleringen als ‘Daar zagen ze hun oude, lastige opponent, de paarse plee. Dat was een zelfgemaakte tijdmachine die zacht gezegd een paar kuren had, en onze helden benaderden hem voorzichtig.’

Wil je je kinderen grote literatuur geven met een fraaie taal, uitgediepte personages die je raken of een kern(boodschap) die bijblijft, dan moet je beslist niet bij Kapitein Onderbroek zijn. Maar zoek je prettig gestoorde, makkelijk weg-lezende ontspanning, ook voor kinderen die niet graag lezen, dan is de reeks wel een optie.

Jan Van Coillie

Nieuw

Thema's

Leeftijd

Auteur