Hélène voelt zich te dik en ontzettend eenzaam. Haar vroegere vriendinnen op school hebben haar laten vallen en pesten haar. Als ze met haar moeder een nieuw badpak gaat passen, voelt ze zich een ‘worst in tutu’. Dan deelt de juf mee dat ze met de hele klas op vierdaags taalkamp gaan, een vreselijk vooruitzicht voor iemand die gepest wordt.
Ze ontwikkelt meerdere overlevingsstrategieën, met als ultieme vluchtroute: ‘Ik begin te geloven dat hoe minder ik eraan denk, hoe minder waar het is.’ Maar op dat kamp ontmoet ze een vosje en wat nog belangrijker blijkt, wat later ook een echte vriendin.
Samen met haar lievelingsboek Jane Eyre van Charlotte Brontë brengen die kleur in haar leven. Het boek is opgebouwd als een graphic novel, met een bijzonder dynamische integratie van tekst en beeld in stripbeelden van wisselende grootte. De illustraties van Isabelle Arsenault zijn zonder meer pakkend. Het tekeningen zijn overwegend in zwart, wit en sepia uitgevoerd, een keuze die de donkere gevoelens van pester en gepeste perfect weergeeft.
Het is indrukwekkend hoeveel nuances de illustratrice toch kan aanbrengen met schakeringen en schaduwen. De tekenstijl lijkt op het eerste gezicht heel eenvoudig, haast kinderlijk, maar de mimiek en lichaamshoudingen steken vol emotie, zowel het verdriet en de eenzaamheid van Hélène als het geniepige genot van de pestkoppen en de vrolijkheid bij de nieuwe vriendin.
Die emoties worden nog versterkt door de composities en perspectieven die Arsenault hanteert. Op het absolute dieptepunt tijdens het kamp beeldt ze Hélène geknield af in een soort reusachtige iris met wild uitwaaierende strepen, een ijzersterk beeld van verlorenheid. De dingen die kleur in Hélènes leven brengen, zijn ook letterlijk in kleur geschilderd, op het eind zijn die kleuren fel en uitbundig, wat de goede afloop op een krachtige manier in de verf zet.
De tekst is sober maar raak verwoord. Hoe Hélène zich voelt na de pijnlijkste confrontatie met de pestkoppen, kun je meteen meevoelen: ‘Iedereen kijkt naar mij,/ en opeens staat alles en iedereen stil, zelfs de lucht./ Mijn hart staat ook stil./ En het wacht./ Op iets. Maakt niet uit wat. Hulp. Versterking/ Het einde van de wereld als het meezit.’ Maar ook wat de ontmoeting met de vos betekent, ervaar je mee: ‘Hij kijkt me zo lief aan dat ik bijna smelt/ Als een mens me zo aankeek, zou ik meteen mijn hart aan hem verliezen, zeker weten.’ Als je eenmaal in de ban raakt van dit boek, zul je je hart eraan verliezen, zeker weten.
Jan Van Coillie