Jan en Juno (de hoofdpersonages van dit verhaal, die elk afwisselend een hoofdstuk vanuit hun standpunt vertellen) ontmoeten elkaar op het vliegtuig tijdens hun trip naar Zuid-Afrika. Jan is op weg naar zijn oom Matt, Juno naar haar zus Leto. Allebei hebben ze het gevoel weggestuurd te zijn van thuis. Bij Juno omdat haar vader zwaar ziek is, en ze Leto moet overtuigen naar huis te komen voor het te laat is. Jan is dan weer op het vliegtuig gezet na een dramatisch evenement. Dat hij daaronder lijdt, is heel snel duidelijk, maar wat er gebeurd is, wordt slechts met mondjesmaat in de loop van het verhaal losgelaten. Wie is Gaia en wat is er gebeurd? Welke rol speelt Jan in wat haar overkomen is?
De eerste bladzijden bouwen de spanning daarrond meteen al goed op. Die spanning blijft een terugkerend element doorheen het boek. Mysteries trouwens ook. Er blijft heel veel onuitgesproken. Zo beseft Jan tijdens de interactie met Juno op het vliegtuig dat ze overtuigd veganist is, en beslist hij daarom haar niet te vertellen dat hij zelf ook jaagt, al is hij daar eigenlijk nog te jong voor. In het begin staan Jan en Juno eigenlijk lijnrecht tegenover elkaar. Juno is overtuigd veganist en voor dierenwelzijn, terwijl Jan afkomstig is uit een familie van jagers, en zonder problemen een lapje vlees naar binnen werkt. Ook hun bestemmingen weerspiegelen dit: Juno is op weg naar een natuurreservaat en Jan naar de game farm van Matt. Het reservaat is bewaakt en afgesloten, en zet alles op alles om de dieren te redden, terwijl op de boerderij van Matt gejaagd wordt.
Toch ontdekken ze ook gelijkenissen: de ouders van Juno hebben geen tijd voor haar (volgens haar) en die van Jan willen hem niet meer zien na het drama met Gaia. De volgende passage geeft je meteen een idee van de spanning en mysterie waarover ik het al had: “Maar zijn ouders hoeven hem voorlopig niet te zien. (…) Zijn familie heeft, terecht, dat weet hij zelf ook wel, heftig gereageerd op wat zijn moeder nu ‘Het Incident’ noemt. Zijn vader heeft sindsdien geen woord meer tegen hem gezegd. Zelfs niet toen Jan naar het vliegveld vertrok. Correctie: naar het vliegveld werd gestuurd.” (10). Allebei weggestuurd naar Zuid-Afrika voor een lange vakantie. Voeg daarbij nog het schuldgevoel dat beide jongeren bijna vloert omdat het zo zwaar weegt, en je komt tot een explosieve cocktail.
Maar in Zuid-Afrika blijkt ook nog eens niets wat het lijkt, en stapelen de mysteries zich verder op. Wat spookt Matt allemaal ’s nachts uit op zijn farm? Waarom voelt Jan zich onwennig als hij mee gaat jagen met zijn gasten? Waarom heeft Leto geen tijd voor Juno en waar gaat ze altijd (ook ’s nachts) naartoe? Jan en Juno hebben al snel door dat er veel is waarover ze niets weten. In de wereld van Juno, die heel erg zwart/wit gekleurd is, komt plots heel wat grijs doorheen. En wat moet ze daar dan mee: ‘De wereld zou makkelijker te begrijpen zijn als die gewoon zwart-wit was’ (…) Als er een duidelijk verschil was tussen goed en kwaad’ (180)
De tijd in Zuid-Afrika heeft voor hen allebei een hoop zware levenslessen in petto. Juno lijkt me eerst nog een beetje naïef ‘hoezo verloren, is er eentje kwijt, hoe ver kan hij zijn, er staat toch een hek om het reservaat? Dan ziet ze de bloedvlekken weer, en ruikt ze de ijzergeur, en weet ze wat ‘verloren’ betekent.’ (58) Maar ook Jan is daar bij zijn aankomst schuldig aan: ‘Hoe dom kan hij zijn? Of hoe traag. Dat hij niet eerder heeft geraden wat voor mensen zijn oom verwachtte. En niet eerder begreep in wat voor onderneming Matts farm veranderd is. Ze gaan morgen niet zomaar op safari.’ (62) Ze reageren er grappig genoeg wel hetzelfde op: ze willen er iets aan doen, actie ondernemen. En daarbij hebben ze elkaar nodig en vullen hun talenten elkaar ook nog eens aan: Juno zorgt voor beelden, en Jan werkt met woorden.
Het is een coming-of-ageverhaal, tegen de toch wel gevaarlijke achtergrond van het welzijn van de wilde dieren in (Zuid-) Afrika. Een heel complex verhaal waarbij de lezer samen met Jan en Juno uit moet zoeken hoe hij nu weer omgaat met alweer een stukje informatie waar je bijna van achterover valt. De complexiteit is goed uitgewerkt en soms weet je net als Juno even ook echt niet meer hoe het nu verder moet met alles waar ze voor staat. Ze krijgen wel allebei heel veel voor de kiezen. Maar het leert meteen ook dat grijs soms heel handig kan zijn, wanneer Jans schietkunsten bijvoorbeeld plots goed van pas komen.
Een boek dat je het gevoel geeft dat je in het reservaat al die prachtige dieren bijna zelf aan het bewonderen bent, en tegelijkertijd door zijn vele onderwerpen en moeilijke vraagstukken nog een hele tijd blijft nazinderen. Een boek dat je dieper laat nadenken over de plaats van de mens en de andere wezens in de natuur, en welke rol daarin voor iedereen is weggelegd en hoe het in de toekomst verder moet. Enig minpuntje dat ik zou kunnen noemen? Dat net omwille van die complexiteit, het einde iets te mooi is. Iets te proper afgewikkeld. Maar wie weet ben jij het daar wel net niet mee eens?
Barbara Artoos