Series als Isabella Maan zijn belangrijk, niet alleen om de honger van jonge leeswolven te stillen, maar ook om beginnende lezers die niet zo graag lezen toch leesplezier te bezorgen. En wees daar maar zeker van, ze werken verslavend.
Dit deeltje begint in de klas van juf Kers, die een project aankondigt over de ruimte. Meteen kunnen jonge lezertjes iets moeilijkere woorden leren als ‘astronoom’ en ‘telescoop’. Papa vampier is erg enthousiast over het project, zijn lievelingshobby is sterren kijken, als vampier kan hij makkelijk de hele nacht opblijven. Die nacht zien Isabella en haar papa twee vallende sterren, waarvan een vlak bij het dorp neerkomt. Natuurlijk gaan ze op zoek en zo vinden ze Nova, een ‘gloeispriet’, afkomstig van de planeet Glinstopia. Nova en Isabella worden meteen vriendinnen en samen met Isabella’s ouders gaan ze op zoek naar Nora’s maankatje. Dat levert enkele gezellige momenten samen op: een logeerpartijtje (altijd populair in dit soort meidenboeken) en een kampvuur.
De eenvoudige tekst leest over het algemeen vlot, al klinken sommige gesprekken weinig natuurlijk. Daar zou de vertaler wat vrijer te werk mogen gaan om de tekst soepeler te maken. Ook de eindredactie kon beter. Op p. 83 ontbreekt het einde van een zin.
Na het verhaal volgen nog drie ‘Isabeeldige dingen om te maken en doen’, twee recepten om ’s mores’ te maken en haverkoekjes met chocoladestukjes (hierbij hebben de kinderen wel de hulp van volwassenen nodig) en knutseltips voor een sterrenhanger.
Isabella Maan biedt ongecompliceerd leesplezier, met een portie fantasie, herkenbare emoties én een levensles die de schrijfster in een inleidende brief aan haar lezers nog eens in de verf zet: net als Isabella ben je uniek en bijzonder, ook al voel je je vaak de mindere.
Jan Van Coillie