Het boek gaat over het jongetje Edward dat een bril nodig heeft. Hij wil dit eerst niet, maar stap voor stap ontdekt hij dat de bril veel nieuwe deuren opent. We volgen hem bij het kiezen van een bril die hem past (grappige tekeningen door de vele verschillen in brillen). Nadien ontdekt Eduard met zijn bril dat er veel meer te zien is: hij ontdekt allerlei vormen in de wolken, vindt een verloren trouwring en ziet alles in zijn zoekboek. ’s Nachts overwint hij zijn angst voor een monster en tot slot vindt hij een vriendinnetje om samen naar de wolken te kijken. En dat alles dankzij zijn bril! Ik zie, ik zie maakt duidelijk dat een bril helemaal niet erg hoeft te zijn. Integendeel! De bril helpt je om beter te zien en allerlei dingen te ontdekken!
Zo ziet Edward dat het monster dat hem ’s nachts bang maakte maar een schaduw is. Met een bril kan je er bovendien heel leuk uitzien. Eduard krijgt er een complimentje over van zijn vriendinnetje. Voor jonge kinderen is een bril opzetten vaak een grote stap. Wie een bril draagt wordt soms uitgelachen of gepest. Ik zie, ik zie kan kleine brillendragers helpen om hun bril te accepteren en andere kinderen bewust maken dat een bril een nuttig instrument is. Myrthe (7 jaar) vond Eduard mooier mét zijn bril. Dat is beslist een compliment voor de makers van het boek! De kernboodschap is goed overgekomen. Na het samen lezen van dit boekje zei ze spontaan dat ze het niet erg zou vinden om een bril te dragen. Ze had er meer moeite mee dat Eduard en Linda elkaar op het einde kussen. Dat vond ze ronduit ‘vies’.
Sarah Auwerx en Myrthe (7 jaar)