Ik wil niet meer onzichtbaar zijn

Ik wil niet meer onzichtbaar zijn

Onze recensie

Het boek gaat over Birsen, de auteur zelf. Bij haar werd de diagnose autisme vastgesteld. Dat was ergens een opluchting voor haar, want ze vertoonde ‘vreemd gedrag’ naar anderen toe. Je kunt het niet aan haar buitenkant zien, maar omwille van het autisme spectrum syndroom zal ze altijd een buitenbeentje blijven.

Birsen heeft dit boek geschreven om aan andere mensen duidelijk te maken dat ze door haar autisme problemen heeft in het leven en ze het daar moeilijk mee heeft. Ze wil met dit boek de aandacht vestigen op het ‘anders’ zijn van mensen met autisme.

Zo kunnen buitenstaanders de moeilijkheden en de gevoelens van iemand met autisme beter begrijpen. Door allerlei verschillende situaties te beschrijven, laat ze mensen inzien hoe het leven er in haar hoofd uitziet en wat er in haar omgaat.

Aanvankelijk schreef Birsen het boek ook om autisme meer bespreekbaar te maken in allochtone culturen. Want in die kringen bestaat er nog altijd een taboe rond. Met genoeg bidden en meer tussen de mensen komen, zou het probleem volgens vele vanzelf opgelost worden.

Ondanks de chronologische opbouw van het boek, is het toch erg chaotisch geschreven. Birsen springt van de hak op de tak. Ze vertelt allerlei voorvallen en wil daarmee voorbeelden geven die aantonen hoe zij het leven en de wereld ziet. Ze legt uit hoe ze in die situaties reageert, en waarom dat vaak ‘anders’ is, en waarom ze er niets aan kan doen. De chaos in het boek weerspiegelt de chaos in het hoofd van Birsen.

Ik wil niet meer onzichtbaar zijn is daardoor een boek dat je best in één keer uitleest, anders raak je wat in de war. Het brengt je wel volledig in de wereld van iemand met autisme. Je leert Birsen inderdaad beter begrijpen, ook al kan ze niet bij elke handeling die ze doet precies gaan uitleggen waarom zij dat zo doet. Het is voor de lezer daardoor soms onbegrijpelijk dat ze sommige dingen niet ‘kan’ omwille van haar autisme, want ze is toch normaal en misschien wel hoger begaafd.

In het boek zie je af en toe ook foto’s verschijnen uit de privécollectie van Birsen. Op zich bieden ze niet zo’n grote meerwaarde, maar het bevordert wel het inlevingsvermogen en de identificatie van de jonge lezer. Toch zal deze het niet altijd even makkelijk hebben om het verhaal te volgen en het hoofdpersonage te snappen.

Het kleine lettertype neemt ook wel wat weg van het leesplezier. Maar onder begeleiding van een volwassene kan het boek voor jonge lezers wel slagen in zijn opzet. Die volwassen begeleider, leerkrachten, ouders, hulpverleners en andere mensen die veel in contact komen met autisten zullen misschien meer oppikken uit dit boek dan de jonge lezer voor wie het bedoeld is. In elk geval leer je als lezer in dit boek erg veel bij over hoe iemand met autisme over dingen denkt en naar zijn omgeving kijkt.

Uiteraard is Birsen een individu en kun je niet iedereen met autisme in eenzelfde hokje plaatsen. Maar je beseft na het lezen van dit boek dat sommige dingen die voor ons onbeduidend lijken voor hen heel erg belangrijk kunnen zijn. Je leert dat een beetje geduld en een duidelijke benadering helpen bij hun problemen. Je kunt het hen makkelijker maken door op kleine dingen te letten en erover te praten.

Achteraan in het boek staan bovendien een heleboel websites over autisme. De Nederlands Vereniging voor Autisme heeft dit boek duidelijk gesteund. Ook hierover staat er info, met verwijzing naar de website.

– Door Renate Theunissen –

Nieuw

Thema's

Leeftijd

Auteur