Frans Lasès praatte met vijfentwintig kinderen uit Nederland en Vlaanderen over hun gevoelens en selecteerde uit die individuele gesprekjes heldere passages op zoek naar de wisselende stemmingen waarmee we door het leven gaan. Dat levert een fijne omschrijving op van zowel positieve als negatieve gevoelens. Aan bod komen ondermeer trots, verliefd, verlegen, ontroerd, verdrietig, gul, grappig, zenuwachtig, jaloers, beschaamd.
Het is verrassend om vast te stellen hoe goed die kinderen erin slagen om hun eigen humeuren in kaart te brengen en aan te geven wie of wat daarbij een rol speelt. De voorbeelden die ze aanbrengen, zijn heel herkenbaar en volgens Lasès ook steeds echt gebeurd. De waarheid komt uit de kindermond. Daarom is dit boek ook zo leuk voor volwassenen. Het geeft een spontane inkijk in de gevoelswereld van kinderen.
Wat ervaren ze precies bij heimwee? Wanneer en waarom schamen ze zich voor hun ouders? Wanneer vervelen volwassenen kinderen met hun gedoe? En is vervelen altijd vervelend? Volgens Ludo (12) niet: ‘Vervelen vind ik niet vervelend. Ik vind het wel iets fijns. Vervelen is ook goed voor je, daar moet je iets mee doen. Ik ga dan gewoon muziek luisteren op mijn iPod en denk dan: straks ga ik weer spelen. Ik verveel me wel, maar nooit lang.’
Gevoelens en stemmingen besluipen ons vaak heimelijk. We weten vaak niet waar ze vandaan komen en hoe we ermee moeten omgaan. Soms hebben we moeite om ze te benoemen. Ik voel me zo. Gesprekken met kinderen over hun stemmingen scherpt de emotionele intelligentie aan op een prettige manier. Al lezend in dit boek verkennen we immers ook onze eigen gevoelens en dat helpt dan weer om ze ook bij anderen beter te onderkennen en begripvol te zijn. Het boek vormt een leuke opstap om met kinderen over gevoelens te praten.
– Door Rita Ghesquiere –