Dora wil graag zelfstandig zijn. Na de dood van haar mama is papa zo overbezorgd. Er is veel dat Dora niet mag: geen fuiven, geen jeugdbeweging, geen huisdier, niet alleen naar school…
Bovendien is het erg moeilijk om daarover met papa te praten. Hij heeft het zo druk met zijn zaak. Vaak communiceren ze gewoon met post-its. Gelukkig kan Dora haar gevoelens ook kwijt in haar dagboek en in de brieven die ze aan mama schrijft. Na een boze bui snuffelt in de doos waar papa zijn souvenirs en brieven van mama bewaart. Dat zorgt voor veel extra emoties maar ook voor een positieve ontlading.
Vader en dochter vinden elkaar in een eerlijk en open gesprek. Tante Lo, de zus van mama speelt een belangrijke rol in het verhaal. Ze maakt tijd voor haar nichtje en kan goed luisteren. Ze voelt aan wat belangrijk is voor een tienermeisje: de eerste beha bijvoorbeeld en ze praat openhartig met haar schoonbroer over zijn aanpak. Omdat Dora haar gedachten en gevoelens neerschrijft leer je haar binnenwereld goed kennen. Nu eens is ze verdrietig, dan weer boos, moedeloos of hoopvol.
Het boek bevat veel verschillende soorten teksten: brieven, versjes, dialogen, lijstjes, post-its en sms’jes. Omdat Dora graag een hond wil zoekt ze allerlei info op over hondenrassen. Zo kan ze beter beslissen welke hond bij haar past. Er staan ook leuke recepten in het boek want Dora kookt graag en gelukkig vindt papa dat ook fijn. Het thema zal zeker tienermeisjes aanspreken. Door de originele vorm en de wisselende tekstsoorten zal is het boek ook zeer geschikt voor minder enthousiaste lezers.
Rita Ghesquiere