Het is geen makkelijke opdracht, een boekje schrijven voor kinderen die nog maar net hebben leren lezen. Want hoe vertel je in ’s hemelsnaam een écht leuk verhaal met alleen een basiswoordenschat? Dat het zeker kan, bewijst Jonas Boets in ik kan niet slapen.
Kaat, het hoofdpersonage is helemaal niet moe, maar moet van haar moeder wél naar bed. En dan begint de zoektocht naar een succesvolle manier om slaperig te worden. De methodes die Kaat uitprobeert, zijn herkenbaar: schaapjes tellen, een glas warme melk drinken, midden in de nacht aan sport doen, luisteren naar een ouder die een verhaaltje voorleest.
Dat Boets meer kan dan alleen herkenbare scenario’s uitdenken, blijkt uit de originele en vaak grappige manier waarop hij de pogingen van Kaat laat mislukken. Van dat schaapjes tellen, bijvoorbeeld, wordt Kaat helemaal niet moe, maar het schaap wel: ‘het springt nu heel erg traag. en dan zit het schaap neer. het legt haar kop op de grond en valt in slaap!’
En die warme melk, daar wordt Kaat in eerste instantie wel moe van, maar daarna moet ze ervan plassen. Overigens is dit soort creativiteit met alom bekende elementen wel een beetje het handelsmerk van Boets. Ook in De grote boze wolf (was helemaal niet boos) geeft hij een heel nieuwe draai aan een traditie, namelijk het trio wolvensprookjes Roodkapje, de zeven geitjes en de drie biggetjes.
Humor is er niet alleen in de tekst, maar ook in de illustraties van Kristina Ruell. Vooral de dashond die in bijna elke prent te zien is, steelt de show. Het zijn sowieso grappige beestjes, die ‘worsten op pootjes’, zoals wij ze vroeger noemden, maar het wordt helemaal leuk wanneer ze in de achtergrond allerlei capriolen uithalen of gekke bekken trekken.
Misschien één minpuntje: af en toe stemmen de woorden en de illustraties niet helemaal overeen. Zo staat Kaat in de tekening op haar bed te springen, terwijl de tekst zegt dat ze touwtjespringt. Jammer. Dat laat niet weg dat ik kan niet slapen algemeen gesproken een mooi verzorgd en vlot leesbaar boekje is – al zou het uw kinderen wel eens op ideeën kunnen brengen wanneer ze zelf geen zin hebben om te gaan slapen: ‘Ja maar, mama, schaapjes tellen werkt niet, dat heb ik gelezen!’
– Door Line Leys –