Mila houdt niet van boeken. ‘Echt niet. Punt uit.’ De boeken die ze krijgt, gebruikt ze voor van alles en nog wat, behalve om te lezen. Op een dag zijn de boeken haar wangedrag beu en ondernemen ze actie. Voor ze het goed en wel beseft, belandt Mila in een boek en in nog een en nog een. Zo beseft ze wat ze mist: ze had spannende misdaden mee kunnen oplossen, een ruimtereis maken of mee als ridder op avontuur trekken. Terug op haar kamer is alles anders en dat is ook te zien: ze zit in een zetel met een boek op schoot tussen torens van boeken met daarop de schimmen van wezens uit verhalen.
Benieuwd of dit boek kinderen tot lezen zou kunnen verleiden. Het probeert dat in elk geval op een sterke manier door te laten zien wat boeken kunnen bieden: de kans om weg te duiken in spannende avonturen. Dit is zeker een van de belangrijkste redenen waarom kinderen in de ban raken van verhalen, maar er is veel meer en het is een gemiste kans dat ook die andere redenen niet aan bod komen: boeken kunnen je aan het lachen maken, slimmer maken, gevoelens aanspreken …
Los daarvan blijft dit prentenboek een heerlijk boek om voor te lezen. Elke voorlezer zal veel plezier beleven aan de vele vragen en uitroepen, de versterkende woorden die vaak nog eens groot gedrukt worden, de klanknabootsingen (‘BOM, BOM, BOMMERDIEBOM’), de klankrijke zinnen (‘Ze zoemen en fladderen door de kamer. Ze klapperen en wapperen boven haar hoofd.’) en de pagina’s die eindigen op drie puntjes, waardoor je vol spanning het blad omslaat.
De illustraties zijn niet meteen verrassend maar wel heel expressief. Uit haar mimiek en houdingen kun je meteen Mila’s gevoelens aflezen. Wel verrassend zijn de gekleurde detective, de vrouwelijke astronaut en de allesbehalve stereotiepe ridder.
Een prentenboek dat duidelijk in de verf zet hoe avontuurlijk boeken kunnen zijn. Echt wel!
Jan Van Coillie