Ik blijf altijd bij jou is zo’n feel-good-boekje in de traditie van de klassieker Raad eens hoeveel ik van je hou. Een hartveroverend verhaal over vriendschap/liefde dat kinderen en volwassenen elk op hun manier, met hun levenservaring, kunnen invullen.
De kern van dit kartonboekje is vriendschap door dik en dun, ook letterlijk. De twee vrienden zijn Beer en Eenhoorn. Het begin zet meteen de toon: ‘Waar je ook heen gaat,/ daar volg ik je trouw./ Wat je/ ook doet,/ ik blijf altijd/ bij jou.// Al doe/ je boos,/ of gek,/ of naar …// Door dik…// … en door dun,/ we hebben elkaar.’
Vooral het motorisch moment maakt dit verhaal de moeite. Op reis nemen de twee vrienden hun intrek in een iglo, waarin ze behoorlijk krap zitten. Beer neemt immers erg veel ruimte in en eet dan nog eens alle taart op. Voor Eekhoorn is het allemaal te vol en te veel en hij vraagt om even alleen te zijn. Daar schrikt Beer wel van maar toch vertrekt hij. Aanvankelijk geniet Eekhoorn van de vrijheid, maar al snel ervaart hij pijnlijk het gemis van zijn vriend en natuurlijk eindigt het boek met een reünie en een ‘ik hou zielsveel/ van jou’.
De ‘boodschap’ dat het fantastisch is een echte vriend te hebben, maar dat het ook wel eens even te veel kan zijn, stemt tot nadenken en dat is heel wat. Neem daarbij de veelzeggende illustraties met veel leuke details (let op het theekopje dat eerst stuk en dan weer heel is (net als de relatie)) en velen zullen smelten voor dit boek.
Als je het boek voorleest aan heel jonge kinderen, kun je best de tekst wat aanpassen. De vertaling van Harmen van Straaten is soms vrij abstract of gezocht (al dan niet onder dwang van het rijm), met zinnen als ‘Al ben je ver weg,/ we zijn nooit apart/… nooit uit het oog/ en nooit uit het hart.’ Of ‘Ah, dat is heerlijk…/ Wat netjes is mijn stek.// Geen rommel nu/ maar ruimte, en/ alles op zijn plek.’
Jan Van Coillie