Joke van Leeuwen lijkt nog productiever te worden naarmate haar leeftijd vordert. Opnieuw verschijnt een jeugdroman, nog geen jaar na de publicatie van het bejubelde Beginnelingen. Inmiddels bracht ze ook nog een nieuwe dichtbundel uit (Aan tafels) en een kinderboek ter gelegenheid van de maand van de filosofie (Dát bedoel ik, zei de zalm).
Ik ben hier! is weer een vintage Van Leeuwen in de traditie van Iep!, Deesje of Een huis met zeven kamers: een ijzersterk verhaal dat vlot en snel weg leest, geïllustreerd met een massa eigen pentekeningen die inhaken op de tekst. Vooral is ook weer sterk aanwezig: het kijken door kinderogen en de onderliggende grote thema’s die Van Leeuwens maatschappelijke betrokkenheid verraden. Ik ben hier! is zonder meer te beschouwen als een klimaatkinderboek en ook wel als een corona- of postcorona-kinderboek.
Jona gaat elke dag na schooltijd haar huiswerk maken in de kantoortoren waar haar vader zijn dagtaak vervult: ‘dingen regelen’. Moeder is na een slopende ziekte overleden. Terwijl vader opgeslorpt wordt door zijn werk dwaalt Jona door het gebouw. Op de dertigste verdieping ontdekt ze de trap naar het dak waar ze op een saaie middag indommelt. Wanneer ze ontwaakt en haar vader wil opzoeken, blijkt het gebouw verlaten en is er geen levende ziel meer aan te treffen. De omgeving is overstroomd, het water reikt tot de tweede verdieping. Jona begrijpt dat ‘de toestanden’ waarover vader vaak sprak werkelijkheid zijn geworden. Die ‘toestanden’, dat is de dreiging van het water. Wolem zou wel eens kunnen getroffen worden door overstromingen, vreesde vader. Wolem, de plaats waar het kantoorgebouw staat, is immers gebouwd in ’een soepkom’. Jona begrijpt dat ze op redding van buitenaf zal moeten wachten. Ze verzint allerlei strategieën om aan nog wat voedsel te geraken. Op het dak probeert ze de aandacht te trekken van een overvliegend vliegtuig dat toch ooit eens moet komen om haar op te merken en redding zal sturen. Verschillende dagen en nachten blijft Jona moederziel maar dapper alleen, tot uiteindelijk de tranen over haar wangen biggelen. Als de wanhoop en verlatenheid op hun hoogtepunt zijn, verschijnt een vliegtuig en komt uiteindelijk een bootje opdagen met haar vader.
Over het verhaal hangt een mateloze eenzaamheid en verlatenheid die zelfs een volwassen lezer naar de keel grijpen. Duidelijk zinspeelt Joke van Leeuwen op het isolement dat veel kinderen ervoeren tijdens de lockdowns. Het thema van de overstroming refereert uiteraard aan de stijging van de zeespiegel die in Nederland, veel meer dan in België, volwassenen en kinderen in hoge mate verontrust. Joke van Leeuwen speelt zo op een realistische manier in op actuele kinderangsten en problemen. Maar zoals we van haar gewoon zijn, steekt ze een hart onder de riem. Innerlijke weerbaarheid en vindingrijkheid van de hoofdfiguur maakt het nog allemaal net dragelijk en uiteindelijk komt alles goed.
Jona’s naam is wellicht niet toevallig gekozen. Van Leeuwen lijkt hier wat Bijbelse elementen aan te brengen. Er is immers het oudtestamentische boek Jona waarin Jonas in slaap valt in het ruim van een schip en in het water terechtkomt. Ook de ark van Noach is niet ver weg. Jona krijgt vlak voor haar redding gezelschap van een duif. Een leuk detail is dat Jona er prat op gaat dat ze goed de riviernaam Dnjepr kan onthouden. Dit kan tellen als aardige handreiking naar de duizenden Oekraïense kinderen die op Nederlandse en Vlaamse schoolbanken ijverig Nederlands leren.
De titel vat het hoofdthema van het boek krachtig samen: Ik ben hier! De hartenkreet van het kind dat gezien wil worden en zijn recht op hulp opeist als het dreigt te verdrinken. Als Jona in het laatste hoofdstukje ontvangen wordt op het droge in een zaal vol mensen, en de pers moet vertellen hoe erg het allemaal geweest is, maakt ze er zich met een gek versje van af. Iemand in de zaal vindt dat geweldig: ‘Dit is wat we nodig hebben!’, ‘Niet almaar hoe erg alles is.’ En Jona maakt zich nog de bedenking: ‘Grote mensen hoeven niet alles te begrijpen’. Het klinkt nog net niet als Guus Kuijers ‘Grote mensen, daar kun je beter soep van koken’.
Jona’s vader is beslist liefdevoller dan op het eerste zicht lijkt, maar in Ik ben hier! is Joke van Leeuwens handelsmerk weer krachtig aanwezig: solidariteit met en begrip voor het dappere en weerbare kind dat verloren loopt in een vaak onverschillige wereld van volwassenen.
Dirk Tavernier