is er nog zijn vijfentachtigjarige buurman Sal, die hem steunt door dik en dun. Het schoolorkest, waarin Wilbur triangel speelt, ontvangt een groep Franse leerlingen via een uitwisselproject. Bij Wilbur zal de Franse Charlie logeren. Dat blijkt geen jongen te zijn, maar een erg leuk meisje waarop hij stiekem verliefd wordt. Het schoolorkest plant een tegenbezoek aan Parijs. Zal Wilbur daar zijn gevoelens aan Charlie durven tonen? Sal, Alex en Fabrizio besluiten om hem een handje te helpen. Liefdevol coachen ze hem, helpen hem met zijn uiterlijk en zetten hem op weg naar meer zelfbewustheid.
Het verhaal is geschreven in de ik-vorm. Vanaf de eerste bladzijden kruipt het hoofdpersonage onder je huid en blijft daar stevig zitten. De auteur is niet aan haar proefstuk toe en verstaat de kunst om de gevoelens en gedachten van een personage tot leven te brengen. Saai wordt het nooit. Door het veelvuldig gebruik van dialogen verloopt het verhaal in sneltreinvaart. De gedichten die Wilbur schrijft, werden niet vertaald naar het Nederlands maar met het Engels zal geen enkele jongere moeite hebben. De papa van Charlie praat enkel Frans. Af en toe vertaalt Charlie voor Wilbur. Ze maakt er een eigen versie van, wat vaak grappig is. “C’est un gentil garçon, mais je pense qu’il est peut-être un peu simple » vertaalt ze door : « Hij zegt dat hij je simpelweg een heel aardige jongen vindt.” (p.193)
‘Iedereen accepteren zoals hij of zij is’, vormt de rode draad in dit verhaal. Wilbur is een buitenbeentje, hij is dik, draagt geen leuke kleren en gaat elke week sporten met een clubje oude mensen. Zijn beste vriend is 85! In de klas wordt hij gepest, maar zijn vrienden steunen hem door dik en dun. De kracht van deze vriendschap geeft hem uiteindelijk het nodige zelfvertrouwen om een aantal zaken aan te pakken. Ook de pestkop zal te slotte zijn grip op hem verliezen.
Iets heel bijzonders is een heel bijzonder en hartverwarmend boek.
Lut Vanderaspoilden