Van de illustraties van de Finse Liisa Kallio word je vanzelf blij. Kijk maar hoe mensen en dieren op de cover van Iedereen springen en buitelen in een bonte werveling van kleuren. De boodschap is meteen duidelijk: de wereld is gekleurd en divers en iedereen telt mee.
Het stevige kartonboek opent met een kleurrijke ode aan de natuur op de schutblaren, waarin de illustratrice inzoomt op een bloemenweide vol kruipende en vliegende diertjes. Op de volgende pagina’s staan mensen centraal, opgebouwd rond verschillen als lang en nog niet lang, oud en nieuw, verschillende toekomstdromen en contrasterende gevoelens als gelukkig en bedroefd of bang en dapper zijn. Op een vanzelfsprekende manier maakt het boek duidelijk dat niet de verschillen, maar wel de gelijkenissen belangrijk zijn. We zijn allemaal uniek, maar we zijn allemaal wel eens bang, boos, blij of verdrietig, of zoals het boek het stelt: ‘Van iedereen is er maar één, maar we delen duizend dingen.’ Iedereen wil graag een vriend, de zon schijnt voor iedereen en we kijken naar dezelfde maan en sterren. Maar vooral: ‘Iedereen is belangrijk,/ jong en oud en groot en klein,/ en alles ertussenin:/ iedereen mag er zijn.’
De illustraties zijn niet alleen heel kleurrijk, maar ook bijzonder expressief. Vooral de gevoelens zet Kallio krachtig neer met grove borstelstreken, een duidelijke mimiek en lichaamshouding. Bij ‘gelukkig’ bijvoorbeeld zoomt ze in op een lachend gezicht van een meisje met een mooie halsketting, bij ‘bedroefd’ zoomt ze uit op het hele lichaam van het meisje, dat ineengedoken staart naar de kapotte ketting op de grond. Op de volgende prent wijst een man boos naar een kat die een vaas omstootte, ertegenover aait de man de kat, die gelukzalig kijkt met boven haar de zin ‘Maar we maken het ook weer goed’. De meest indrukwekkende prent is die bij ‘Iedereen is wel eens bang’: op een dubbele pagina staat een klein, bang figuurtje verloren tussen bruinzwarte, kale bomen die hem als het ware dreigend insluiten. Het contrast met de volgende dubbele pagina, waarop een kind dapper in zee gaat bij een strand vol stralende kleuren, kan moeilijk groter zijn. Bij de kernboodschap op het eind wordt de mens afgebeeld tussen dieren en planten. Terecht, zo maakt die prent duidelijk dat de mens maar een klein radertje is in het hele ecosysteem.
Jan Van Coillie