Wat als je geen goudvis, maar een echte giraf wint op de kermis? Daar zijn je ouders allicht niet blij mee. Dus moet je die verstoppen, bedenkt het meisje dat de hoofdrol speelt in Hoe verstop je een giraf? Dat zorgt voor allerlei absurde toestanden, want hoe verstop je een giraf in een schoorsteen, de koffer van een auto, het hondenhok of het bad?
Op de prenten kun je volgen hoe al die pogingen tot mislukken gedoemd zijn. Terugbrengen naar het bos lijkt uiteindelijk nog het beste idee, maar in afwachting zorgt het meisje nog voor tijdelijke vermommingen, die op hun beurt knettergekke illustraties opleveren. Ten slotte vinden het meisje en haar ouders toch een plek voor het ellenlange dier waar het zich thuis voelt en waar ze allemaal samen heerlijk verstoppertje kunnen spelen.
Zo zorgt de slotprent voor extra zoekpret. Ook op de vorige prenten valt veel te ontdekken: een olifant op een eenwieler, een auto met nummerplaat 91-RA-FF (giraf), de giraf die met zijn bek de handdoek rond de blote papa grijpt, de hond die verbouwereerd naar zijn hok staart dat bovenop de liggende giraf staat, de giraf als een soort tent boven het gezinnetje dat onder de tafel schuilt in de vernielde living … Leuk is ook dat de kinderen zelf kunnen aanvullen voor welke problemen de giraf zorgt. Daar laat de combinatie van minimale tekst en uitbundige prenten alle ruimte voor. Bij de zinnetjes ‘Hmm, misschien hebben je ouders toch gelijk. Hij is groot’ zie je hoe de giraf de waterglijbaan in het zwembad verstopt.
De tekst voorlezen zoals die er staat kan voor problemen zorgen. Het perspectief wisselt meermaals van ‘je’ over ‘ik’ naar ‘wij’, waarbij die’ je’ soms algemeen is en soms de lezer aanspreekt. Allicht willen auteur en vertaler zo de gedachten van het meisje weergeven, maar het werkt bij momenten wel verwarrend. Maar dan kun je natuurlijk altijd nog je eigen verhaal vertellen bij de prenten. Die zorgen in elk geval voor spetterend kijkplezier.
Jan Van Coillie