Het verlangen van de prins

Onze recensie

Van Marco Kunst zal me altijd Gewist (2013) bijblijven, een ijzersterke sciencefiction roman. Het verlangen van de prins is een fantasieverhaal in de traditie van Paul Biegels klassieke reeks De kleine kapitein, bedoeld voor jongere kinderen.

Op een dag weet Lode te ontsnappen uit Huize Landvast, het weeshuis waar hij wordt vastgehouden. In de haven wordt hij aangetrokken door een mysterieuze driemaster. Het boegbeeld lijkt sprekend op de jonge prins die hem in zijn dromen bezoekt. Hij weet aan boord van het schip te geraken, maar raakt daardoor ook getroffen door een vloek: wie eenmaal aan boord van de prins heeft gedroomd, kan het schip niet meer verlaten. Veel oudere matrozen hebben dan ook alle moed verloren en dwalen rond als futloze schimmen en de kapitein blijkt honderden jaren oud. Met de komst van Lode licht de hoop echter op. Zal hij met zijn  bijzondere gaven de vloek van de prins kunnen opheffen?

Het verlangen van de prins begint meeslepend zoals je dat van een avontuurlijk zeeverhaal mag verwachten. Maar verder krijgt het verhaal maar af en toe echt de wind in de zeilen en blijft het soms wat stuurloos ronddobberen. De resem rampen die het schip overvallen door toedoen van de woede van de prins is te lang uitgesponnen en wekt op de duur de indruk van een zekere willekeur. Je kunt de reeks blijven  aanvullen: een draaikolk, windstilte, vloedgolf, krokodillen … Ook de apotheose valt wat tegen met te veel hokus pokus met een donderwolk, bliksem en een regen van olie die de woede van de prins bedaren en van hem een gewone jongen maken. De finale les in menslievendheid is nodeloos tranerig. Ondanks deze zwakkere plekken raak je bij momenten wel in de ban van het verhaal. Marco kunst weet zijn personages boeiend te typeren. Zo neemt het ondernemende meisje Tulp je meteen voor zich in. De auteur heeft duidelijk ook gewerkt aan de diversiteit in zijn verhaal. Tyman, die met zijn fluit een cruciale rol speelt bij de afloop, zit in een rolstoel, de prins is Indonesisch en Lode Afrikaans. Dit verrijkt het verhaal, al is de passage over Lodes vlucht uit zijn dorp zwak in het geheel ingelast.

Het verhaal laat zich ook goed voorlezen. De vlotte taal doet af en toe aan die van grootmeester Biegel denken, met treffende woorden als ‘moederzielsverlaten’ en klankrijke zinnen als ‘Het water om hen heen wervelde en schuimde hissend en sissend.’ De illustraties van Marieke Nelissen kunnen het voorlezen verrijken. Elk hoofdstuk begint met een soort vignet, maar het zijn vooral de paginavullende schilderijen die tot de verbeelding spreken, bijvoorbeeld die met de indrukwekkende kapitein of die met de mysterieuze wolk die met zijn tentakels het schip dreigt te kraken.

Jan Van Coillie

Nieuw

Thema's

Leeftijd

Auteur