Jan Paul Schutten en Floor Rieder doen het opnieuw: een aantrekkelijk en meeslepend boek maken in woord en beeld over een ingewikkelde maar fascinerende materie. Na de evolutietheorie en het lichaam komt dit keer het mysterie van het heelal aan bod. Niets gaat sneller dan het licht, maar de vaart waarmee Schutten je als lezer door zijn verhaal trekt, mag er ook wel zijn. Geregeld gaat het je duizelen van de getallen en spitsvondige redeneringen, maar het knappe is dat Schutten door zijn heldere taal en vooral door goedgekozen vergelijkingen ervoor zorgt dat je kunt blijven volgen, ook al zal de een al vaker een hoofdstuk opnieuw moeten lezen dan de ander. En dan is er nog de heel directe stijl waarmee hij zijn lezers geregeld aanspreekt en bij zijn verhaal betrekt.
Dat begint al bij zijn ‘even vooraf’ onder de titel ‘3 redenen om dit boek niet in de fik te steken’. Daaronder volgt een resem vragen, gaande van ‘hoe is ons heelal ontstaan?’ tot ‘En als je jezelf opeet, word je dan twee keer zo dik of verdwijn je juist helemaal?’ Eindigen doet hij met de oproep om zelf nieuwe vragen te stellen, het begin van alle wetenschap. Rond de centrale vraag hoe het universum begonnen is cirkelen vijf delen als planeten: de eerste twee nemen je mee op een reis door de tijd naar de oerknal en door het heelal. Het derde deel gaat in op de geniale ideeën van Albert Einstein, die de basis legde voor onze inzichten over het ontstaan van het heelal. In het vierde deel volgen experimenten en ontdekkingen in het spoor van Einsteins ideeën.
Het gaat onder meer in op de ontdekkingen in het CERN-labo in Zwitserland, de enorme deeltjesversneller en in de LIGO’s of laser interferometers, waar zwaartekrachtgolven worden gemeten en het heelal als het ware wordt afgeluisterd. Het laatste deel ‘Wie heeft ons heelal gemaakt?’ geeft de kijk weer van filosofen en gelovigen. Het doet dat met veel respect voor de verschillende antwoorden op de fundamentele vragen: ‘waarom zijn we er?’ en ‘Waarom is er een universum?’ Zo geeft Schutten zowel redenen om wel als om niet in een schepper te geloven, waarbij hij de keuze aan de lezer laat. Zijn laatste advies luidt dan ook: ‘blijf twijfelen’. Ook eerder in het boek maakt Schutten geregeld duidelijk dat er nog veel mysterie, nog veel onopgeloste vragen blijven, bijvoorbeeld rond het cruciale begrip ‘quantumvelden’.
Terwijl je het boek leest, tuimel je van de ene verbazing in de andere. Dat je geboeid blijft lezen, ligt niet alleen aan de fantastische informatie die je meekrijgt, maar ook aan de wervelende en wervende stijl van Schutten. Een staaltje: ‘Iets dichterbij staat nog een ster op ontploffen. Je gaat er met je ruimteschip heen en richt je deeltjesdetector. Wat is dit? Is de detector kapot? Nee, je boordcomputer geeft exact dezelfde gegevens. Dit kan niet waar zijn. Voor je ogen zie je een wonder gebeuren. Deze ster moet een soort Steen der Wijzen zijn …’ Ook Schuttens lichtvoetige humor maakt het boek aangenaam om lezen.
Die steekt vaak al in de speelse titels als ‘380.000 kilometer tot de dichtstbijzijnde wc’, ‘Waarom je best veel op een velletje papier lijkt’ of ‘Deeltjes die zich als pubers gedragen’. Humor is ook het waarmerk van illustrator Floor Rieder. Haar tekeningen helpen niet alleen vaak om je een voorstelling te maken van bijvoorbeeld atomen of de vorm van het universum, maar zijn vaak ook heel grappig. Bij de tekst waarin uitgelegd wordt dat ook mensen uit atomen bestaan, tekent ze een baby in een proefbuis, met ernaast het ‘recept mens’. Bij het stukje ‘waarom jij uit sterrenstof bestaat’, plaatst ze een kleine tekening van de prins die sneeuwwitje kust, met in een tekstballon: ‘je lippen zijn zo rood als ijzer’.
Ten slotte verdient ook de vormgeving een bijzondere vermelding: het boek is gedrukt op mooi, zwaar papier, met goud op de snee en gouddruk op verschillende tekeningen. De bladspiegel in twee kolommen is rustig, met een goede afwisseling van tekst en illustraties. Kortom, dit is een duizelingwekkend fascinerend prachtig boek!
Jan Van Coillie