Een klein meisje ligt ziek te bed. Boven haar hoofd hangt een mobiel met zeven paardjes die haar fantasie op hol brengen. Zes van deze paardjes hebben een mooie kleur, een eigen plaats, een hoofd vol verzinsels en een eigen veulentje. Maar het zevende paard heeft geen kleur, geen eigen plaats, kan zelf niets verzinnen en haar veulentje wordt als laatste geboren. Maar de zes paarden laten het zevende delen in al wat zij hebben. En zo wordt het een heel bijzonder paard, dat op haar beurt al wat ze heeft deelt met het meisje, dat nu straalt van geluk.
Dit prentenboek uit Iran is een lofzang op de kracht van dromen en fantasie. Nooshin Safakhoo werkte twee jaar aan de illustraties en het resultaat is betoverend. De teksten zijn eerder kort en zeer poëtisch. Samen met de prachtige tekeningen bieden ze bij het voorlezen aan jonge kinderen de kans om verder te fantaseren over de zeven paardjes en het meisje. Om gewoon letterlijk voor te lezen is er wat te weinig tekst. Het zou trouwens onrecht doen aan de diepere laag van dit boek, die gaat over vriendschap, fantasie, delen en respect voor anders-zijn.
Jonge kinderen vinden het ook leuk om op de illustraties te zoeken en aan te wijzen wat er in de tekst verteld wordt. Laat ze zeker eens de twee tekeningen van het meisje in haar slaapkamer vergelijken, vooraan in het boek en op de laatste pagina. Door de diepere laag zullen ook iets oudere kinderen, die zelf kunnen lezen, kunnen genieten van dit boek.
Myriam Vanderzeypen