Het is oorlog. Terwijl de soldaten moeizaam strijd leveren, gaat het leven achter het front zijn gang. Er wordt brood gebakken, de mensen zoeken elkaar op in de herberg. De soldaten mogen er even op adem komen. De oorlog gaat ook niet voorbij aan het blinde meisje uit de herberg.
Haar papa is aan het front en stuurt brieven. De soldaten brengen leven in de brouwerij, maar de donkere vreemdelingen boezemen de dorpsbewoners angst in. Op een dag ontmoet het blinde meisje een soldaat op haar bankje voor de herberg. Alles is vreemd aan hem: zijn geur, zijn taal… Toch slagen ze erin om met elkaar te communiceren. Het meisje voelt het heimwee, de pijn en het gemis van de soldaat.
De soldaat erkent haar kwetsbaarheid. De Afrikaanse soldaat zoekt moeizaam woorden om over zijn land en zijn familie te spreken. Hij ziet het wantrouwen en voelt de angst van de mensen, maar niet bij het meisje. Bij haar is het goed. Zij is niet bang, aan haar kan hij zijn talisman, het masker, tonen. Op een dag keert de soldaat niet terug met zijn strijdmakkers. Het meisje vraagt zich bang af wat er met haar vriend gebeurd is. Ze besluit om naar hem op zoek te gaan, met een klein zelfgebakken broodje. Maar de tocht is veel moeilijker dan verwacht.
Een vriendelijke ruiter brengt haar naar het veldhospitaal. Het is er druk en lawaaierig, maar de soldaat vindt ze niet. Ze hoort wel het verhaal over het bombardement en de zwaar gekwetste tirailleurs. De ruiter brengt haar terug naar het dorp. Onderweg houdt het paard verschrikt halt voor een hindernis. De oorlog verstilt in dit ontroerend moment: het meisje, de soldaat, de ruiter en het paard. Deze kleine novelle vertelt niet direct over het oorlogsgeweld, maar over de eenvoudige dingen van elke dag.
Het gaat ook niet over onze eigen dappere soldaten, maar over een vreemdeling die ver van huis moet vechten en van het blinde meisje een beetje vriendschap krijgt. De taal is een barrière. Hij kan niet voluit vertellen over de mensen en het land dat hij moest achterlaten. Zij kan hem niet zien, maar toch groeit er wederzijdse genegenheid. Ze begrijpen elkaar zonder veel woorden.
De personages – het meisje, de soldaat, de ruiter – hebben geen naam. Daardoor krijgt het verhaal een universele betekenis. Ook op de kerkhoven zijn er veel naamloze graven van onbekende doden die ver van huis moesten sterven. Het verhaal zoomt nu eens in op het meisje, dan weer op de soldaat. Dat krijgt ook typografisch vorm in de witte en de zwarte pagina’s. De pagina’s van het laatste hoofdstukje zijn groen, een kleur die past bij het open einde, ook als de soldaat moet sterven. De ontmoeting met het blinde meisje brengt immers vrede en rust.
Aline Sax en illustratrice Anne De Bode gaan het leed en de ellende niet uit de weg. De illustraties maken angst, verdriet en pijn voelbaar. Realisme en sereniteit gaan hand in hand. Ondanks alles is in die wereld van geweld en oorlog plaats voor goedheid. Het verhaal kan gelezen worden door lezers vanaf 10 jaar, zo staat op de cover. Het zou echter bijzonder jammer zijn als volwassenen deze novelle daardoor opzij zouden schuiven. Het meisje en de soldaat is een boek voor alle leeftijden. Nog steeds woedt er oorlog op andere plaatsen in de wereld. Het meisje en de soldaat helpt om daarbij stil te staan.
Door Rita Ghesquiere –