De dorpelingen van het Protectoraat leven onder een zware vloek: elk jaar moeten ze een baby achterlaten in het bos als offer voor de gevreesde heks. De Raad van Ouderlingen ziet toe op de uitvoering van het offer. Maar de eigenlijke macht bevindt zich in de Toren, beheerd door de Zusters van de Ster, onder leiding van hoofdzuster Ignatia. Zij bewaakt de kennis en lijkt te teren op het Verdriet. Er komt echter een barstje in de terreur wanneer de jonge Anteen de oude verhalen in vraag begint te stellen. Hoewel hij uiterst beloftevol is, geeft hij zijn opleiding tot Ouderling op en gaat hij op zoek naar antwoorden op zijn vele vragen.
Het kost hem zijn mooie uiterlijk, maar hij vindt de liefde die hem de kracht geeft de Heks te trotseren. Uiteindelijk blijkt de heks helemaal niet de gruwelijke figuur uit de overgeleverde verhalen. In een grootste ontknoping die zich letterlijk op de rand van een vulkaan afspeelt, schept het meisje dat de maan dronk een nieuwe orde en wordt het kwaad van machtswellust en manipulatie ontmaskerd. Er zijn van die boeken waarvan elke samenvatting de rijke inhoud onrecht aandoet. Het meisje dat de maan dronk is zo’n verhaal. Hoe bijzonder het boek is, merk je meteen bij de opening. Je wordt ondergedompeld in een oud verhaal, waarbij je enkel de antwoorden leest van een volwassene die reageert op de verzwegen vragen van een kind. In de volgende hoofdstukken word je op sleeptouw genomen door de verteller, die de spanning voortdurend hoog houdt met vragen en terloopse zinnen als ‘maar ze hadden het mis, helemaal mis’ of ‘Zwoemp vermoedde dat er meer aan de hand was, maar hij ging er niet verder op in’.
Hierdoor weet je als lezer nu eens meer dan de personages en dan weer minder. In de apotheose komen alle draden uit het verhaal op een knappe manier samen, waarbij het tempo vakkundig opgevoerd wordt. De auteur neemt je mee in een fantasiewereld die je je zó kunt voorstellen, hoe vreemd die ook is. Het oeroude moerasmonster Zwomp en het kinderlijk enthousiaste draakje Vurian zie je niet alleen voor je door de vele details waarmee de auteur ze beschrijft, maar leer je ook kennen als heel bijzondere persoonlijkheden waarvoor je meteen sympathie voelt. Ook andere personages krijgen een heel eigen karakter door details die je bij de keel grijpen. Zo is er de vrouw die gek werd van verdriet toen haar baby weggenomen werd. Ze verblijft in de toren, waar ze vogels van papier vouwt. Dat ze dat papier telkens weer uit het niets tevoorschijn weet te toveren en de vogels tot leven brengt, aanvaard je even vanzelfsprekend als de magie van de maan die Luna doordringt. Ook andere magische momenten in het boek zijn onvergetelijk, zoals de bezwering die Xan over Luna uitspreekt om haar magie in toom te houden, met een afsluiting vol tederheid. Of het moment waarop Vurian uitgroeit tot een volwassen draak, in een ontroerend gesprek met Zwomp.
Het is vooral de mix van fantasie en emotie die deze passages zo bijzonder maakt. Daarbij verstaat de auteur de kunst om gevoelens eerder op te roepen dan te beschrijven. Alleen op het eind bestaat het risico dat je uit de betovering van het verhaal tuimelt wanneer de magie een te gemakkelijke oplossing biedt voor de dreigende vulkaanuitbarsting en de verteller wel erg zweverig wordt. Maar gelukkig word je meteen daarna weer meegesleept in de lavastroom van het verhaal. Dat je zo intens in het verhaal ondergedompeld blijft, ligt ook aan de kracht van de taal, die mooi tot zijn recht komt in de vertaling. De auteur slaagt er niet alleen in om met enkele goedgekozen woorden haar personages tot leven te brengen, ze zet de lezers ook aan het denken met paradoxen als ‘Het was haar eerste leugen. Al waren haar woorden waar’ of gebalde uitspraken als ‘Liefde bestaat niet zonder verlies.’ Het meisje dat de maan dronk ís magie, de magie die je overrompelt bij de lectuur van een prachtig boek waarbij je wordt betoverd door de verbeelding, bedwelmd door de taal en meegesleept door de emoties. Dit boek heeft alles om een klassieker te worden.
Jan Van Coillie