2019 is het jaar van Rembrandt, die precies 350 jaar geleden overleed. Het grote Rembrandt voorleesboek is zonder enige twijfel een hoogst origineel eerbetoon aan deze grote Hollandse schilder. Zeven kinderboekenschrijvers schrijven verhalen bij bekende en minder bekende schilderijen, etsen en tekeningen van de meester.
Het is zoals samensteller Koos de Wilt stelt in zijn inleiding: bij Rembrandts kunstwerken heb je het gevoel dat je heel dicht bij de kunstenaar kunt komen ‘door de subtiele gezichtsuitdrukkingen en emoties’ die hij in zijn werken legt. Het voelt ‘alsof de oude meester een soort familielid is’.
Precies dat gevoel versterken de auteurs in hun verhalen. Want natuurlijk zijn de gevoelens op Rembrandts kunstwerken vatbaar voor interpretatie. Meer nog, daarin steekt precies zijn meesterschap. Hij schildert, tekent en etst ze zo veelzeggend dat je als vanzelf wordt uitgenodigd om er verhalen bij te verzinnen.
Het mooie aan dit boek is dat de verhalen van de schrijvers telkens weer verrassen en tegelijk heel herkenbaar zijn. Ze roepen reacties op als ‘zo had ik het nog niet gezien’, maar ook ‘het kan wel kloppen’ of ‘het verhaal maakt het schilderij nog specialer’ of ‘het brengt het kunstwerk heel dichtbij’.
Joke van Leeuwen mag de spits afbijten met een verhaal over een gesprek tussen Rembrandt en zijn twintigjarige zoon, naar aanleiding van ‘Zelfportret als de apostel Paulus’. Uiteindelijk vertelt het ook iets over het bijzondere van Rembrandts werk, meer specifiek over het spel van licht en donker: ‘Licht wordt pas mooi als er ook donkerte is.’ Grappig en tegelijk provocerend is ‘Hoge Nood’ bij ‘Waterende vrouw’, geschreven vanuit het standpunt van de volkse vrouw op de ets die haar behoefte aan het doen is.
Bij het schilderij ‘Lachende jongeman’ schrijft Van Leeuwen een emotionele brief van een ongeneeslijk zieke vader aan zijn zoon. Joke van Leeuwen mag ook de bundel afsluiten met ‘Een liefdeslied’ bij het schilderij ‘Musicerend gezelschap’. Haarfijn en met de haar typerende lichte humor beschrijft ze wat er zich tussen de zingende jonge vrouw, de twee musicerende mannen en de oude vrouw op de achtergrond afspeelt of liever zou kunnen afgespeeld hebben. Van Leeuwens verhalen geven een mooie staalkaart van de verscheidenheid aan standpunten en benaderingen in deze bundel.
Bij ‘De omval’ schrijven Margje en Sjoerd Kuyper een intiem liefdesgedicht van Rembrandt aan Saskia, bij ‘Het Joodse bruidje’ een levendige dialoog tussen Isaak en Rebecca.
Bibi Dumon Tak interpreteert op bijzonder levendige wijze de gezichtsuitdrukkingen van de blinde Tobit en zijn slimme vrouw Anna maar even raak verwoordt hij de gevoelens van de leeuw die Rembrandt tekende.
Koos Meinderts bewerkt de legende van de koekenbakster en laat een jongen uit groep 7 een brief schrijven aan Rembrandt, waarin hij zijn werk terloops confronteert met dat van Van Gogh en Mondriaan.
Jan Paul Schutten krijgt de eer een verhaal te vertellen bij het wereldberoemde ‘De nachtwacht’. ‘De luidruchtige compagnie’ is al even levendig als Rembrandts schilderij zelf.
Van Thijs Goverde bleef me vooral zijn verhaal bij ‘Buste van een Afrikaanse vrouw’ bij, een verhaal vol bedwongen gevoelens, vanuit het standpunt van een zwarte slavin. 24 verhalen bij evenveel kunstwerken die door die verhalen een nieuw leven krijgen. Het is een leven in schoonheid, ook door de uiterst verzorgde vormgeving. Het boek is uitgegeven op groot formaat en gedrukt op glanzend papier dat zowel de kleurenpracht van de schilderijen als de fijne afwisseling van licht en donker op de etsen en tekeningen tot hun recht laat komen.
Ook de lay-out is doordacht, met een knappe afwisseling van paginagrote prenten en illustraties die in de tekst verwerkt zijn. Elk kunstwerk krijgt de aandacht die het verdient. Een kleine, kritische kanttekening: een korte, informatieve tekst over leven en werk van Rembrandt (en zijn tijd) had het geheel nog rijker kunnen maken. Maar als je eenmaal aangestoken bent door het vuur waarmee de verhalen verteld worden en de kracht van de schilderijen, kun je natuurlijk altijd zelf op zoek gaan naar meer informatie.
Jan Van Coillie