Dit boek gaat over ‘Grote Mensen’. Ik geef toe dat ik zo nieuwsgierig was naar wat er over grote mensen geschreven wordt, dat ik er met veel plezier aan ben begonnen.
Het boek begint met een waarschuwing aan de grote mensen dat ze moeten stoppen met lezen, behalve als ze het boek voorlezen aan een kind. Dat kind had ik niet bij mij, maar geen nood. Met mijn kleinkinderen in gedachten las ik verder … en werd ik meteen geconfronteerd met wat je als volwassene helemaal niet wil zijn. Ik ontdekte dat we voor kinderen saai, streng en veel te serieus zijn, dat we ons voor stomme dingen te druk maken en dat we helemaal geen rekening houden met wat kinderen willen. Dat we te veel op onze smart Phone zitten in plaats van met hen samen buiten te spelen. En dat we huilen als er helemaal niets verdrietig is. Om nog maar te zwijgen over het eten dat grote mensen aan kinderen opdringen, zoals gestoomde broccoli. Kinderen krijgen tips over hoe ze naar bed gaan wat kunnen rekken, en tegelijk lees je dat Grote Mensen genoeg moeten slapen omdat ze anders een slecht humeur hebben s ’morgens. Zo gaat het 240 bladzijden door met tips en ‘weetjes’ over doen en laten van Grote Mensen.
Als je het mij vraagt is dit een boek waar kinderen van zullen smullen. Julie de Graaf heeft het helemaal vanuit kinderperspectief geschreven. Ze doet het op zo’n leuke manier dat kinderen vaak binnenpretjes zullen bij wat ze bijvoorbeeld bij hun ouders herkennen. Het boek is tegelijk informatief en grappig, verrassend en herkenbaar. Er wordt ook aangetoond dat Grote Mensen ook wel eens minder fijne gevoelens hebben, en waarom dat zo is.
De zwart-wit tekeningen van Wendy Panders zijn grappig en passen heel goed bij de teksten. Op het einde van het Boek is er de geweldige Grote Mensen-Quiz. Een echte aanrader boordevol leesplezier voor kinderen (én volwassenen!).
Magela Thielemans