Het begon met de zee. Een rustige, heldere zee. Boven het wateroppervlak staken eilandjes uit. In één van de huizen woonde ik met mijn ouders. Het leven was goed voor mij en mijn beste vriendin Oumy. ’ Maar dan gebeurt het ondenkbare: alles en iedereen verdwijnt, behalve een jongen (‘ik’).
Eerst probeert hij nog te leven te midden van en met de scherven van de ‘oude’ wereld, maar de eenzaamheid vreet aan zijn ziel. Bijgevolg gaat hij op zoek naar de uitgang: hij loopt, knipt en schopt tussen en doorheen de pagina’s. Net op het moment dat de wanhoop hem nabij is, hoort hij iets: de zee…en daarbij de hele wereld. Het begon met de zee is een wonderlijk verhaal. Ofwel vind je het deprimerend: de tekeningen zijn in zwart en wit en het verhaal, weliswaar met happy end, is niet zo happy.
Ofwel spreekt het je aan: kinderen mogen weten dat ieder van ons, zijzelf incluis, zich wel eens eerder zwart dan wit mag voelen. Wie van ons voelt zich niet eens eenzaam (in tegenstelling tot al-een) of wie heeft er nog nooit het idee gehad vast te zitten? Dat toegeven is één ding, maar hoe kan je dit vreemde, bijna niet in taal vast te leggen gevoel met je kinderen delen of simpelweg aangeven dat je begrijpt dat zij zich (even) niet zo goed voelen? Hoe verduidelijk je dat dit gevoel ‘an sich’ niet slecht is, maar leerzaam?
Hoe leer je dat het, juist op deze momenten, heel belangrijk is niet op te geven, omdat je ergens of ooit de pagina kan omdraaien en opnieuw in de wereld staan? Hier zit juist de kracht van dit boek: volwassenen zeggen: ‘we draaien de pagina om’, maar in dit boek draai je ook de pagina om. Dit is niet het enige visuele taalspelletje: de jongen schopt tegen alles, hij ziet alles zwart (een zwarte zee met schaarse witte beelden), de wereld gaat aan hem voorbij (iedereen en alles vertrekt, behalve hij) en hij wil wel ontsnappen, maar hij botst tegen de grenzen (van een pagina) en hij wandelt letterlijk tussen de brokstukken. Hij knipt letterlijk een gat om zich te bevrijden. Dit gaat zo door totdat hij ontdekt dat hij de dingen van de bladzijden moet duwen (het wonder van het schone schip) en dan klimt hij zowaar via een ladder (onze put) terug naar boven. Opeens zit de wereld in pop-up (en dat zonder verboden middelen ).