Oma vertrok vier seizoenen geleden, zonder wandelstok. Het meisje begrijpt eerst niet waar oma is heengegaan. Ze zoekt overal: in de tuin, op de veranda, zelfs op het dakterras. Nergens is oma te vinden. Langzaamaan komt het besef dat oma dood is en nooit meer terugkomt. Maar helemaal weg is ze niet. Er zijn immers vele dingen die aan oma doen denken: haar wandelstok, haar vaste plekje op de veranda en vooral de granaatappelboom die oma zelf plantte. Het meisje kan ook na vier seizoenen nog duidelijk de gloed van haar oma voelen.
Dit prentenboek is geïllustreerd met dromerige, soms wat nevelige tekeningen. Je ziet het meisje in en rond het huis dwalen en steeds heeft ze de wandelstok van oma dichtbij als een soort talisman. In elk beeld overheersen de kleuren blauw en groen. Oma wordt nergens afgebeeld, maar toch voel je haar aanwezigheid op elke bladzijde. Een knap staaltje tekentalent.
Ook in de tekst is oma een schim. Nergens wordt vlakaf vermeld dat ze dood is. Oma is weg gegaan zonder wandelstok en dat had ze nog nooit eerder gedaan. Maar ook tekstueel voel je de aanwezigheid van oma: “De bladeren roken naar haar handen.”, “ De takken kregen de kleur van oma’s haar.” of “Ik voelde de warmte van oma’s hand op de wandelstok.”
In poëtische bewoordingen wordt gesuggereerd dat oma nog in alles aanwezig is en dan vooral in de granaatappelboom die ze zelf plantte. De vertaler heeft met deze tekst mooi werk geleverd.
Dit prentenboek straalt troost en zachtheid uit. Het is zeker geschikt om met kinderen over rouwverwerking te praten. Jonge kinderen zullen wel niet meteen begrijpen dat oma dood is en dus een woordje uitleg nodig hebben. Maar veel kunnen ze gewoon uit het verhaal oppikken, want de poëzie van tekst en tekeningen stralen een uitzonderlijke kracht uit.
Lut Vanderaspoilden
Weetje
Dit boek kwam tot stand binnen het project “Read with me”, dat Iraanse kinderen in moeilijke maatschappelijke omstandigheden of in geïsoleerde gebieden in contact brengt met bijzondere (prenten)boeken.