Zoek je boeken die zowel kinderen (vooral meisjes) die niet zo graag lezen als echte leesbeesten aanspreken, dan is de reeks Evi en Eenhoorn een tip. Dat is zowel te danken aan de flitsende opbouw en het flashy uiterlijk.
De boeken worden gepresenteerd als graphic novels, de illustraties nemen meer plaats in dan de tekst. Zoals in strips staat die tekst in tekstballonnen en bestaat die dan ook vooral uit dialoog. De verhaallijn is beperkt en bestaat uit min of meer losse fragmenten. In dit deel wordt Evi door haar ouders naar een theaterkamp gebracht. Daar ontmoet ze haar vriendin Kim en ook de slimme Max, die de lezers al kennen uit vorige boeken. Evi voelt zich aanvankelijk niet zo goed thuis op het kamp omdat haar allerbeste vriend, de eenhoorn Goudsbloem, zijn zus heeft meegenomen en daardoor weinig aandacht voor haar heeft. Dat verandert als zus Cecile verduidelijkt waarom Goudsbloem haar meenam en tegelijk beklemtoont hoe belangrijk Evi is voor Goudsbloem, die dankzij haar minder zelfingenomen is geworden. Ceciles verhaal wordt uiteindelijk de basis voor het toneelstukje dat Evi en Kim opvoeren, met technische assistentie van Max. Dat toneelstukje bevat een duidelijke les, verwoord door Evi in de rol van Goudsbloem:
Het spijt me dat ik alleen dacht aan mij
Al ben ik fantastisch, toch wordt niemand blij.
Als vrienden of zussen iets akeligs zeggen
zonder het daarna weer bij te leggen.
De (over)duidelijke levensles, de herkenbare gevoelens, de vertrouwde personages, de populaire fantasievriendjes (eenhoorn en watermonster), de setting van het theaterkamp en vooral de kleurrijke illustraties, samen vormen ze een aantrekkelijke cocktail voor veel jonge lezers. Dat de rijmen vaak rammelen en de tekenstijl behoorlijk stereotiep is, zal hen niet deren. Op het eind leren ze trouwens de hoofdpersonages tekenen.
Jan Van Coillie